This lesson contains 20 slides, with text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 85 min
Items in this lesson
T4 Evolutie
4.5 Ontstaan van soorten
Leerboek op tafel
Telefoon in het zakkie op tafel
Jas uit en over je stoel
Tas op de grond
Slide 1 - Slide
leerdoelen
- Je kan uitleggen hoe soorten ontstaan.
- Je kan in een context een vorm van reproductieve isolatie herkennen en toelichten.
- Je kunt manieren van reproductieve isolatie uitleggen.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
Het ontstaan van soorten
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Ontstaan nieuwe soorten
Slide 8 - Slide
ontstaan nieuwe soort
Slide 9 - Slide
Ontstaan van soorten
Voor het ontstaan van nieuwe soorten, moet langere tijd geen uitwisseling van genen zijn: reproductieve isolatie
Vindt in één populatie een mutatie plaats, dan komt die niet in de andere populatie.
Na een tijdje zijn ze zó verschillend, dat het twee soorten zijn geworden.
Reproductieve isolatie kan plaatsvinden door geografische isolatie(allopatrisch soortvorming)
Slide 10 - Slide
Eilandtheorie
Verschillende vinken op verschillende eilanden
De grote van het eiland en de afstand tot het vaste land bepaalde hoeveel soorten vinken
Slide 11 - Slide
Eilandtheorie
Hoe groter het eiland, hoe meer verschillenden soorten
(biodiversiteit)
Hoe verder het eiland van het vaste land, hoe minder verschillende soorten
Slide 12 - Slide
Eilandtheorie
Slide 13 - Slide
Eilandtheorie
1965 Mac Arthur en Wilson
Aantal soorten op een eiland (biodiversiteit) bepaald door
1. immigratie
2. extinctie
Slide 14 - Slide
Eilandtheorie
Hoe kleiner het eiland, hoe minder immigratie en hoe groter kans op extinctie
Hoe groter afstand tot vaste land, hoe lager immigratie en hoe grote de extinctie
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Eilandtheorie
Deze theorie voorspelt de hoeveelheid verschillende soorten op een eiland aan de hand van de grootte, de afstand tot het vaste land, het aantal soorten dat immigreert en het aantal soorten dat verdwijnt.
Binas 93C
Slide 17 - Slide
Typen soortsvorming
allopatrische soortsvorming: populaties zijn geografisch van elkaar gescheiden
sympatrische soortsvorming: de populaties leven bij elkaar maar gaan zich specialiseren door ander gedrag