Stripverhaal

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Stripverhaal

De Familie Duck

Hoe heet dit stripfiguur?

Waaraan herken je
een stripverhaal?

Bij een stripverhaal:
Worden er lange teksten gebruikt?

1. Waar
2. Niet waar

Waar staat de tekst meestal in?

Bij een strip:

Wat is belangrijker?

1. De tekeningen
2. De tekst

Kan een strip zonder tekst?

1. Ja
2. Nee

Wat betekent deze tekstballon?

1. Iemand is verliefd
2. Iemand denkt na
3. Iemand is boos
4. Iemand is duizelig

Welk symbool komt het meeste voor?

1. Denkwolk
2. Sterretjes
3. Hartjes
4. Spreekballon

Tekstballon 

soorten: 

Welk geluid
past het best
bij dit gezicht?

1. Yèèèèèès!
2. Aaaaaauw!
3. Ieuw!
4. Uuh, huh?

Sleep het geluid naar de juiste foto.

“Wooow!”

Sleep het geluid naar de juiste foto.

“Whaaahahahahaha!”

Welk geluid
past het best
bij dit gezicht?

1. Aaaaaaah!
2. Whaahahaha!
3. Ieuw!
4. Iets anders...

Opdracht:
Vul de strip in!

• Maak het stripverhaal compleet met passende teksten.
• Kijk goed of het een spreek of denkballon is.
• Je mag dit samen doen.

De opdracht

• Maak een stripverhaal over jouw vakantie.
• Je gebruikt minimaal 5 vakjes.
• Je maakt tekeningen met potlood.
• Je gebruikt tekstballonnen.
• Je mag de vakjes zelf tekenen met liniaal of je gebruikt de stripsjablonen. 

Wat vond je lastig aan het maken het stripverhaal?