4. Uitleg bij Cours 3: : de het bezittelijk vnw + ontkenning 5. opdr. 1, 2, 3, 4, 5, 6 - Cours 3 EN Lettre 3 inleveren!
1 / 38
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
4HV - di. 12/12/2023
1. - Tout le monde est là?
2. Gele woordjes
3.Check: briefopdrachten / ingeleverde brieven
4. Uitleg bij Cours 3: : de het bezittelijk vnw + ontkenning 5. opdr. 1, 2, 3, 4, 5, 6 - Cours 3 EN Lettre 3 inleveren!
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Gele woordjes
parce que = omdat nombreux = met velen avoir tort = ongelijk hebben avoir raison = gelijk hebben Het is niet omdat ze met velen zijn die ongelijk hebben, dat ze geljk hebben.
Slide 3 - Slide
bezittelijk voornaamwoord
het bezittelijk voornaamwoord in het Frans (klas 2)
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
mijn =
A
son - sa - ses
B
mon - ma - mes
C
ton - ta - tes
D
notre - notre - nos
Slide 6 - Quiz
jouw = .......
A
ton - ta - tes
B
son - sa - ses
C
leur - leur - leurs
D
votre - votre - vos
Slide 7 - Quiz
zijn = ................
A
son - sa - ses
B
mon - ma - mes
C
leur - leur - leurs
D
ton - ta - tes
Slide 8 - Quiz
haar = .............
A
mon - ma - mes
B
notre - notre - nos
C
son - sa - ses
D
votre - votre - vos
Slide 9 - Quiz
onze = .............
A
votre - votre - vos
B
notre - notre - nos
C
ton - ta - tes
D
leur - leur - leurs
Slide 10 - Quiz
jullie / uw = .............
A
notre - notre - nos
B
mon - ma - mes
C
leur- leur - leurs
D
votre - votre - vos
Slide 11 - Quiz
hun = .............
A
son- sa - ses
B
votre - votre - vos
C
notre - notre - nos
D
leur - leur - leurs
Slide 12 - Quiz
ZIJN HAAR
MIJN
JOUW
mon
ma
mes
tes
ta
ton
son
sa
ses
Slide 13 - Drag question
mijn moeder
mijn vader
mijn ouders
mon père
ma père
mes père
mon mère
ma mère
mes mère
mon parents
ma parents
mes parents
Slide 14 - Drag question
jouw nichtje
jouw neef
jouw broers
ton cousin
ta cousin
tes cousin
ton cousine
ta cousine
tes cousine
ton frères
ta frères
tes frères
Slide 15 - Drag question
zijn zus
zijn broer
zijn zussen
son frère
sa frère
ses frère
son soeur
sa soeur
ses soeur
son soeurs
sa soeurs
ses soeurs
Slide 16 - Drag question
haar zus
haar broer
haar broers
son frère
sa frère
ses frère
son soeur
sa soeur
ses soeur
son frères
sa frères
ses frères
Slide 17 - Drag question
haar vriendin
zijn vriendin
haar vriend
zijn vriend
son copine
sa copine
ses copine
son copine
sa copine
ses copine
sa copain
son copain
ses copain
ses copain
son copain
sa copain
Slide 18 - Drag question
haar vriend
zijn vriend
son ami
sa ami
ses ami
son ami
sa ami
ses ami
Slide 19 - Drag question
haar vriendin
zijn vriendin
son amie
sa amie
ses amie
son amie
sa amie
ses amie
Slide 20 - Drag question
HUN
ONS / ONZE
JULLIE / UW
votre
leur
leurs
vos
votre
leur
notre
notre
nos
Slide 21 - Drag question
onze straat
onze tuin
onze buren
notre jardin
nos jardin
notre rue
nos rue
notre voisins
nos voisins
Slide 22 - Drag question
jullie straat
jullie tuin
jullie buren
votre jardin
vos jardin
votre rue
vos rue
votre voisins
vos voisins
Slide 23 - Drag question
hun straat
hun tuin
hun buren
leur jardin
leurs jardin
leur rue
leurs rue
leur voisins
leurs voisins
Slide 24 - Drag question
HUN
ONS / ONZE
JULLIE / UW
MIJN
JOUW
ZIJN
HAAR
votre
leur
leurs
vos
votre
leur
notre
notre
nos
mon
ton
ta
tes
ma
mes
son
sa
ses
Slide 25 - Drag question
de ontkenning (2)
ne ... pas en andere ontkenningen
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Andere ontkenningen
ne ... plus = niet meer
ne ... jamais = nooit
ne ... rien = niets
ne ... pas encore = nog niet
Slide 28 - Slide
Quiz
Probeer de volgende zinsdelen in de juiste volgorde te zetten
Slide 29 - Slide
mange
de viande
Il
ne
jamais
Slide 30 - Drag question
ne
sa mère
plus
quoi faire
sait
Slide 31 - Drag question
trouvé
a
n'
pas encore
elle
de solution
Slide 32 - Drag question
ne
pas encore
ils
vont
faire du foot
Slide 33 - Drag question
contre la grippe
mes parents
prennent
ne
rien
Slide 34 - Drag question
n'
les légumes
il
aime
pas
Slide 35 - Drag question
jamais
au restaurant
dînons
nous
ne
Slide 36 - Drag question
Questions
Slide 37 - Slide
semaine 50:
faire: - cours 3: exc. 1 t/m 6 - Lettre 2 maken + inleveren / 2e x foutloos inleveren
apprendre:
- Ref. 32 + 46 : het bezittelijk vnw en de ontkenning - Voca 4: Eten N/F
- Voca 5: Vrije tijd N/F - Voca 6: Vakantie en mening geven N/F