3.2 De Franse Revolutie

1 / 15
next
Slide 1: Video
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Voorkennis:
- Waarom was de bourgeoisie ontevreden over de standenmaatschappij? En waarom de boeren?

- Wat is de kern van verlicht denken?

- Welk sociaal gevolg had de standenmaatschappij?



Slide 2 - Slide

Voorkennis:
- Wat is trias politca/scheiding der machten?

- Wat bedoelde Rousseau met natuurrechten?

- Wat is een volksvertegenwoordiging?

Slide 3 - Slide

3.2 De Franse Revolutie

Slide 4 - Slide

Programma:
Je kunt met enkele voorbeelden uitleggen dat verlichte denkers nieuwe ideeën hadden over goed bestuur.
Je kunt beschrijven hoe de Franse Revolutie begon en wat daarvan de oorzaken waren.

Slide 5 - Slide

Jean-Jacques Rousseau
Rousseau was vóór democratie
  • Natuurrechten: alle mensen hebben van nature rechten zoals recht op vrijheid en bezit.
  • Hij vond dat niet de koning absolute macht moest hebben
  • Máár het volk!
     

Slide 6 - Slide

Charles de Montesquieu
Trias politica (driemachtenleer)
Oftewel: scheiding der machten
  • Niet één persoon moet alle macht hebben. Hoe dan wel?
  1. Vergadering van vertegenwoordigers van het volk (wetgevende macht)
  2. Regering: wetten uitvoeren
    (uitvoerende macht)
  3. Rechters: wetten controleren
    (rechtsprekende macht)
  • Dit moet machtmisbruik voorkomen

Slide 7 - Slide

Overeenkomsten:

Zowel Montesquieu als Rousseau wil het bestuur anders inrichten.

Beide hebben kritiek op de absolute macht van de koning.
Verschillen:

Rousseau wil alle macht bij het volk.
Montesquieu: het volk mocht  wetten maken, maar mocht deze niet uitvoeren en ook wetsovertreders niet bestraffen. 

Slide 8 - Slide

Oorzaken Franse Revolutie:
• de grote ongelijkheid en onrechtvaardigheid van het ancien régime;
• het ontstaan van verlichte ideeën over de samenleving en het bestuur;
• het geldtekort van de Franse staat.

Slide 9 - Slide

Het geldtekort van de Franse staat:
Lodewijk XVI, koning van Frankrijk, voerde veel oorlog. Hierdoor had hij veel schulden. 

Om aan geld te komen wilde hij een nieuwe belasting invoeren. Hiervoor had hij toestemming nodig van de Staten-Generaal. (Hij riep de SG voor het eerst in 175 jaar bijeen!)

Slide 10 - Slide

Franse Staten-Generaal:
In de Staten-Generaal was elke stand vertegenwoordigd met 1 stem. Daarom vaak 2 tegen 1 (in het voordeel van wie?). 

De derde stand komt in opstand tegen het oneerlijke stemmen.

Slide 11 - Slide

Oprichting Nationale Vergadering:
Uit onvrede over de Staten-Generaal richtte de derde stand een nieuwe volksvertegenwoordiging op: de Nationale Vergadering.

Franse koning wilde een mogelijke opstand neerslaan met het leger. Dit zorgde juist voor veel woede bij de bevolking.

Op zoek naar wapens bestormden boze Parijzenaars op 14 juli 1789 de Bastille. Dit was het begin van de Franse Revolutie.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Programma:
Je kunt met enkele voorbeelden uitleggen dat verlichte denkers nieuwe ideeën hadden over goed bestuur.
Je kunt beschrijven hoe de Franse Revolutie begon en wat daarvan de oorzaken waren.

Slide 14 - Slide

Huiswerk:
Lees: §3.2 'Een nieuwe volksvertegenwoordiging'

Maak: 1 t/m 4

Slide 15 - Slide