Toen liet de vrouw, door honger overwonnen, toe dat haar koppigheid gebroken werd,
en even begerig als haar slavin nam ze het eten aan. Nadat de soldaat verkregen had
dat de dame wilde leven, viel hij met veel vleierijen haar kuisheid aan.
De jongeman scheen ook niet lelijk aan de fatsoenlijke vrouw.
Ten slotte overhaalde de soldaat haar dat ze zijn liefde niet mocht afwijzen.
Ze lagen dus samen, niet alleen die nacht, maar ook de volgende en de derde dag,
uiteraard met gesloten grafdeuren. Al wie van bekenden en onbekenden
naar het grafmonument gekomen was, dacht dat de zeer kuise echtgenote
haar laatste adem had uitgeblazen bovenop het lichaam van haar man.