T3- woensdag 2/10

T3- woensdag 2/10
Verschil tussen persoonsvorm en voltooid deelwoord


1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

T3- woensdag 2/10
Verschil tussen persoonsvorm en voltooid deelwoord


Slide 1 - Slide

Vorige les

  • Leestekens. Welke zijn er en wanneer gebruik je ze?



Vandaag 

  • Korte terugblik vorige les 
  • Starten met 2.8 spelling -> Verschil tussen persoonsvorm en voltooid deelwoord

Slide 2 - Slide

Op de weg ligt een grote
Wat een weer
dikke tak
Zet de goede leestekens in de zin
Henk valt van zijn fiets  
.
:
!
?
,

Slide 3 - Drag question

Wat moeten we nog doen voor de toets?
1.8 spelling: persoonsvorm in samengestelde zinnen, leestekens goed gebruiken
2.8 spelling: verschil tussen persoonsvorm en voltooid deelwoord, komma gebruiken, meervoud van zelfstandige naamwoorden
De toets staat gepland op maandag 14 oktober

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?

Slide 6 - Slide

Schema werkwoordspelling

Slide 7 - Slide

Verschil pv en volt. dw

Slide 8 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)

Slide 9 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd 
(pvtt)
Zwakke werkwoorden:

Slide 10 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd 
(pvtt)
Sterke werkwoorden:
 
Veranderen van klank, je schrijft ze zo kort mogelijk.
Ik zocht, de bezoekers stonden, de mensen kochten.

Slide 11 - Slide

Voltooid deelwoord (vd)
Ik heb gespeeld, hij wordt gepakt, het is gebroken.

Maak het woord langer om te horen of je -d of -t moet schrijven aan het eind. Gebruik 't ex-fokschaap als je er niet uitkomt met langer maken.

Slide 12 - Slide

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?:
"fietst" in "Jop fietst naar school."
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord

Slide 13 - Quiz

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?:
"beantwoord" in "De docent heeft mijn vraag niet beantwoord."
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord

Slide 14 - Quiz

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Zo heb ik het echt niet ...
A
bedoelt
B
bedoeldt
C
bedoeld

Slide 15 - Quiz

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Wanneer ... onze opleiding naar het nieuwe gebouw?
A
verhuist
B
verhuisd
C
verhuisdt

Slide 16 - Quiz

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Er is gisteren een ernstig busongeluk ... .
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 17 - Quiz

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Dat meisje met haar rode haar ... heel snel.
A
verbrandt
B
verbrand
C
verbrant

Slide 18 - Quiz

Aan de slag
  • 2.8 spelling opdracht  2 en 4 
  • Klaar en 1.8 nog niet af? Maak dan 1.8 opdracht 7,8 en 9 af.  

Slide 19 - Slide