This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 2 - Beweging
§ 2.1 - Snelheid
§ 2.2 - Gemiddelde snelheid
§ 2.3 - Versnelling
§ 2.4 - ( )-diagram
§ 2.5 - ( )-diagram
§ 2.6 - De raaklijn
§ 2.7 - Oppervlaktemethode
§ 2.8 - De valversnelling
xt
vt
Slide 1 - Slide
§ 2.4 - ( )-diagram
Leerdoelen
- Hoe een (xt)-diagram geïnterpreteerd hoort te worden
- (xt)-diagrammen herkennen
xt
Slide 2 - Slide
( )-diagram
Naast formules kunnen we beweging ook beschrijven aan de hand van diagrammen. Een ( )-diagram
is een diagram met op de
horizontale as de tijd () in seconde (s) en op de verticale as de positie () in meter (m).
xt
xt
t
x
Slide 3 - Slide
De grootheid
We kiezen vanaf nu voornamelijk voor de grootheid positie.
De grootheid zal steeds minder
en minder gebruikt worden.
Dit omdat de grootheid in de
wetenschap het meest gebruikt
wordt voor de grootheid positie.
x
s
x
x
Slide 4 - Slide
Lijn in het diagram
In ( )-diagrammen worden lijnen getekend die een bepaalde betekenis hebben.
In het diagram hiernaast zien we
eerst een stijgende lijn tussen
t = 0 s en t = 2 s. Wat betekent
nou deze lijn?
xt
Slide 5 - Slide
Lijn in het diagram
Om de betekenis van de lijn te bepalen, moeten we eerst de assen goed begrijpen.
We hebben tijd op de
x-as en op de y-as de positie.
Terwijl de tijd toeneemt, zie je dat
de corresponderende waarden
bij de positie ook toenemen.
Slide 6 - Slide
Steilheid van de lijn
De lijn in het (xt)-diagram is de snelheid. De steilheid van de lijn zegt iets over de grootte van de snelheid in een
(xt)-diagram. Hoe steiler de lijn,
hoe hoger de snelheid.
VB: een horizontale lijn in een
(xt)-diagram betekent dat de
snelheid nul is, omdat de steilheid
nul is.
Slide 7 - Slide
Lijn in het diagram
Terugkomend op de stijgende lijn in het (xt)-diagram; het is zelfs zo dat de afstand gelijkmatig toeneemt
met in de (gelijkmatig
toenemende) tijd.
Dit noemen we een eenparige
beweging of een constante
snelheid.
Slide 8 - Slide
Lijn in het diagram
Hoe zou dat gelden van t = 2 s naar t = 4 s ? Hebben we hier ook te maken met een constante snelheid /
eenparige beweging?
Slide 9 - Slide
Lijn in het diagram
Hoe zou dat gelden van t = 2 s naar t = 4 s ? Hebben we hier ook te maken met een constante snelheid /
eenparige beweging?
Ja, ook hier hebben we te maken
met een constante snelheid (of
eenparige beweging). Daar maakt
het niet uit of het negatief is of niet.
Slide 10 - Slide
Quizvraag I
Je ziet een horizontale lijn in het
( )-diagram. Wat betekent dit?
De snelheid...
A. ... neemt toe.
B. ... neemt af.
C. ... blijft gelijk.
D. ... is nul.
Antwoord kan je geven in de
volgende sheet
xt
Slide 11 - Slide
Je ziet een horizontale lijn in het ( )-diagram. Wat betekent dit? De snelheid...
xt
A
... neemt toe
B
... neemt af
C
... blijft gelijk
D
... is nul
Slide 12 - Quiz
Antwoord Quizvraag I
Een horizontale lijn in het
( )-diagram betekent dat in de tijd de
positie niet toeneemt. Er is geen
stijgende lijn, er is geen helling,
dus is de snelheid is nul.
Antwoord D.
En in principe blijft de snelheid gelijk.
Antwoord C kon ook.
xt
Slide 13 - Slide
Quizvraag II
Je ziet een stijgende lijn in het
(xt)-diagram. Wat betekent dit?
De snelheid...
A. ... neemt toe.
B. ... neemt af.
C. ... blijft gelijk.
D. ... versnelt.
Antwoord kan je geven in de
volgende sheet
Slide 14 - Slide
Je ziet een stijgende lijn in het (xt)-diagram. Wat betekent dit? De snelheid …
A
... neemt toe
B
... neemt af
C
... blijft gelijk
D
... versnelt
Slide 15 - Quiz
Antwoord Quizvraag II
Een stijgende lijn in het
(xt)-diagram betekent dat in de tijd de
positie gelijkmatig toeneemt. Er is een
rechte stijgende lijn, er is een helling,
dus de snelheid is constant.
Antwoord C.
Slide 16 - Slide
Vraag 5 van WS
5. Een auto versnelt gelijkmatig vanuit stilstand tot een snelheid van 30
m/s. Tijdens deze versnelling legt de auto 90 m af. Bereken de
versnelling van deze auto.
Gegevens:
vb = 0 m/s
ve = 30 m/s
Δx = 90 m
Δt=vgemΔx=1590=6
vgem=2ve+vb=20+30=15
Δv=ve−vb=30−0=30
a=ΔtΔv=630=5
s
m·s-2
m·s-1
m·s-1
Slide 17 - Slide
Vraag 12 van WS
12. Een raceauto trekt vanuit een onbekende beginsnelheid op naar een snelheid van 83,3 m/s. Het optrekken duurt 3,4 s en de versnelling is 6,6 m/s2. Bereken de beginsnelheid.
vgem=ΔtΔx
vgem=2ve+vb
Δv=ve−vb
a=ΔtΔv
Slide 18 - Slide
Huiswerk § 2.4
Opgaven 3 (al in klas gedaan), 5, 6, 7, 9, 10 van wetenschapsschool.nl
De opgaven staan onderaan deze pagina: https://www.wetenschapsschool.nl/chapter/Beweging_3_(xt)-diagram.html