What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
1. Via Vervolg 1F Deel B thema 6 H1 Belangrijke woorden
Thema 6 H1 Belangrijke woorden
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Thema 6 H1 Belangrijke woorden
Slide 1 - Slide
Doel van deze les
Je weet welke woorden bij het thema toekomst horen en je kent hiervan de betekenis
Slide 2 - Slide
Belangrijke woorden
Lees de belangrijke woorden op bladzijde 228 en 229
timer
0:05
Slide 3 - Slide
Wat betekent ambitie?
A
Verlangen om hogerop te komen in je werk
B
Iets waarvan ik zou wensen dat mijn leerlingen iets meer van bezitten
C
Niet weg te denken in de huidige samenleving
D
iets anders nl...
Slide 4 - Quiz
Wat is een CAO?
A
Collectieve arbeidsovereenkomst
B
Centrale arbeidsopzet
C
Collectieve afsprakenovereenkomst
D
Centrale arbeidsovereenkomst
Slide 5 - Quiz
Wat betekent een CAO?
A
net als de CIA, maar dan de Nederlandse versie
B
Centrale arbeidsopzet
C
Opgeschreven afspraken tussen werkgevers en werknemers
D
boekje met regels
Slide 6 - Quiz
Wat zijn idealen?
A
Volmaakt
B
ideeën die je graag wilt verwezenlijken
C
Verlangens en ambities
D
Doeleinden
Slide 7 - Quiz
Wat is de korte termijn?
A
Een gevolg binnen een mensenleven
B
Een gevolg wat wij nu nog terug kunnen zien
C
Een gevolg dat te zien is na een eeuw
D
Een korte tijd vanaf het nu
Slide 8 - Quiz
Wat is de lange termijn?
A
Binnen korte tijd
B
Morgen is goed
C
Zorgen dat alles goed komt
D
Een lange tijd na nu
Slide 9 - Quiz
Wat betekent loopbaan?
A
de baan waarop je loopt
B
het werk dat je doet
C
De verschillende banen en functies die iemand na elkaar heeft.
Slide 10 - Quiz
Wat betekent promotie?
A
iemand die ergens werkt
B
het vermogen om snel iets te begrijpen
C
last hebben van
D
een hogere functie krijgen in je werk
Slide 11 - Quiz
Wat is de sector?
A
een grote groep bedrijven en organisaties binnen dezelfde beroepsgroep
B
iemand met een eigen bedrijf
C
het alleen moeten doen
D
werken en verdienen op basis van een contract
Slide 12 - Quiz
Wat betekent de uitdaging?
A
een moeilijke taak
B
wat vooraf gebeurt
C
geplande gebeurtenis
D
uitmaken met je relatie
Slide 13 - Quiz
Wat betekent doelen stellen?
A
Een doel bereiken
B
Een doel bedenken
C
Een doel nastreven
D
Bepalen en afspreken wat je wilt bereiken
Slide 14 - Quiz
Wat is functioneren?
A
toekomstige functie
B
een kunstwerk bezichtigen
C
zeer duidelijk werken
D
doen wat je moet doen, werken
Slide 15 - Quiz
Wat is het traject?
A
in een volgorde zetten
B
de weg die wordt afgelegd of de route die je volgt
C
in volgorde doen
Slide 16 - Quiz
Wat is initiatief nemen?
A
ontslag nemen
B
zonder opdracht iemand volgen
C
zelf actie ondernemen zonder een opdracht af te wachten
D
in opdracht snel handelen
Slide 17 - Quiz
Wat betekent nastreven?
A
achterna lopen
B
helpen
C
klinken
D
proberen te bereiken
Slide 18 - Quiz
Wat is ontwikkelen?
A
studeren
B
lezen in boeken
C
development
D
kennis vergroten, dingen bijleren
Slide 19 - Quiz
Wat betekent de ambitie?
A
Verlangen om hogerop te komen in je werk
B
Iets waarvan ik zou wensen dat mijn leerlingen iets meer van bezitten
C
Niet weg te denken in de huidige samenleving
D
iets anders nl...
Slide 20 - Quiz
oriënteren betekent....
A
een beeld vormen
B
zoveel mogelijk info verzamelen om daarna te bepalen wat je ermee gaat doen
C
inleiden
D
voorstellen in gedachten
Slide 21 - Quiz
Dat had ik wel verwacht!
verwachten =
A
iets gebeurt
B
iets is gebeurd
C
denken dat iets zal gebeuren
Slide 22 - Quiz
Wat betekent: 'voorspellen'?
A
Zeggen wat er gaat gebeuren
B
Zeggen wat je niet moet doen
C
Zeggen wat waarom je boos ben
D
Zeggen waarom je blij bent
Slide 23 - Quiz
Wat is zelfstandig?
A
Ik kan het zelf.
B
Ik vraag vaak hulp.
C
Ik doe alles alleen.
D
zonder de hulp of steun van anderen
Slide 24 - Quiz
Aan het werk:
Maak opdracht 1, 2 en 4 (vanaf blz. 230)
Klaar?
Studiemeter - starttaal online - via vervolg - thema 6 toekomst - belangrijke woorden
Slide 25 - Slide
Is het doel van deze les behaald?
Je weet welke woorden bij het thema toekomst horen en je kent hiervan de betekenis
Slide 26 - Slide
More lessons like this
Via Vervolg 1F Deel B thema 6 H1 Belangrijke woorden
June 2024
- Lesson with
25 slides
Via Vervolg 1F Deel B thema 6 H1 Belangrijke woorden
June 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
via vervolg thema 6 H.1
April 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Praktijkonderwijs
Leerroute 4
Leerjaar 3
via vervolg thema 6 hoofdstuk 1
July 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4
via vervolg thema 6 hoofdstuk 1
June 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4
via vervolg thema 6 H.1
January 2023
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Praktijkonderwijs
Leerroute 4
Leerjaar 3
Kies 1 Thema 2 Samenleven extras
November 2022
- Lesson with
13 slides
Burgerschap
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Woordenschat les 1 en 2
August 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1