Kijk mee op p.173 en 174. Jullie gaan met het taaldorp dialogen voeren op de volgende locaties: de camping, het restaurant, op school en in de kantine met een vriend(in). Laten we dit eens gaan oefenen.
- Jullie lopen door de klas op Franse muziek.
- Zodra de muziek stopt, noem ik een locatie.
- Voer de dialoog op de aangegeven locatie met de klasgenoot die het dichtste bij is.
- Bepaal zelf wie A en wie B is.
- Je mag je boek erbij gebruiken.
- Na 2 à 3 minuten gaat de muziek weer aan en loop je door.
- De muziek stopt en de volgende locatie wordt omgeroepen.