2.1 + 2.2 ; Organen van dieren (1h/v)

Planning
  • Quiz herhaling 2.1
  • leerdoelen + uitleg 2.2
  • Opdrachten maken 2.2
Welkom!
  • Op je plaats v/d plattegrond
  • Spullen op tafel;    etui+boek+device
  • Boek 1a open op blz. 84-85
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Planning
  • Quiz herhaling 2.1
  • leerdoelen + uitleg 2.2
  • Opdrachten maken 2.2
Welkom!
  • Op je plaats v/d plattegrond
  • Spullen op tafel;    etui+boek+device
  • Boek 1a open op blz. 84-85

Slide 1 - Slide

Wat is een orgaanstelsel?
A
Een organisme .
B
Allemaal cellen bij elkaar die een functie hebben.
C
Een groep organen die samen werken.
D
Een weefsel.

Slide 2 - Quiz

2.2; Organen van planten

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 2.2;
  • (Ik kan de organen van een plant benoemen.)
  • Ik kan bouw en de functies van wortels, stengels en bladeren beschrijven.
  • Ik kan de orgaanstelsels van planten noemen met hun functie.

Slide 4 - Slide

bouw wortel & 
functie wortelstelsel
  • opnemen water + mineralen uit de bodem
  • stevig vastzetten in de grond
  • reservestoffen opslaan (nodig voor de groei in de lente!)

Slide 5 - Slide

wortelharen zijn erg kwetsbaar

Slide 6 - Slide

Paardenbloem
De bovengrondse delen sterven af in de herfst, maar de wortel blijft onder de grond in leven.
In de lente groeit de wortel weer uit tot een plant met behulp van het reservevoedsel.

Slide 7 - Slide

Uitleg vaatbundels
De vaten hebben de kleurstof omhoog vervoerd;
vanuit de wortel, door de stengel naar de bloemen.

Slide 8 - Slide

Stengels
Functies:
  1. - transport (vervoer) van water en andere stoffen.
  2. - stevigheid geven aan de plant

Wat is en doet het  gele laagje?

Slide 9 - Slide

Kruidachtige planten (zoals een tulp): geen hout, maar water zorgt voor stevigheid.
Houtachtige planten (bomen en struiken): bevatten veel hout voor stevigheid.

- Kruidachtige planten (zoals een tulp): geen hout, maar water zorgt voor stevigheid.

Slide 10 - Slide

Bouw van een blad 
De hoofdnerf en zijnerven zorgen voor stevigheid en transport van stoffen.

Alles tussen de nerven noem je bladmoes. 



Slide 11 - Slide

Functie bladeren
Fotosynthese:    water + koolstofdioxide + licht    ---->    glucose + zuurstof


Door middel van fotosynthese kan 
een plant zijn eigen voedsel maken. 




Slide 12 - Slide

Vatenstelsel
Vaten in een plant zorgen dat er transport van stoffen mogelijk is.

1 =  Water en mineralen gaat van wortels naar andere delen van de plant. 
2 = Transport van glucose gaat van  bladeren naar andere delen van de plant.

Slide 13 - Slide

Vatenstelsel
  • Transport van water en mineralen naar alle delen van de plant
  • Transport van glucose naar andere delen van de plant

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

Ga aan de slag met deze opdrachten;
maak (online) van thema 2
van basisstof 2.1 - opdracht 1 t/m 3 + 5 + 6
van basisstof 2.2 -  opdracht 1 t/m 4 + 6  + 7 + 8

Wat niet af is, wordt automatisch huiswerk voor de volgende les.

Klaar voor de bel, maak dan ook:
van basisstof 2.1 - opdracht 7 
van basisstof 2.2 - opdracht 9


Slide 16 - Slide

Log in op deze lessonup!

Slide 17 - Slide

Het skelet is een orgaanstelsel.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Je skelet bestaat uit een heleboel botten/beenderen, elk bot wordt gezien als een orgaan. 

die samen een orgaanstelsel vormen; het beenderstelsel.

Slide 19 - Slide

Een dier bestaat uit vele verschillende organen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Een orgaan is een deel van een orgaanstelsel.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Een orgaan is zeker een deel van een orgaanstelsel.

Denk maar aan je hart, dat is 1 orgaan en maakt deel uit van je bloedvatenstelsel.

Slide 22 - Slide

Een orgaanstelsel zijn diverse organen die samenwerken.

Denk maar aan je slokdarm en je maag.
Die werken samen, zodat het voedsel van je slokdarm in je maag komt, maar ook dat het voedsel uit je maag terug door je slokdarm naar buiten kan, als je moet overgeven. 

Slide 23 - Slide

Bij welk organenstelsel hoort dit orgaan?
A
Bloedvatenstelsel
B
Zenuwstelsel
C
Beenderstelsel
D
Spierstelsel

Slide 24 - Quiz

Is een orgaan een groep orgaanstelsels die samenwerken?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

De zin was: 
Is een orgaan een groep orgaanstelsels die samenwerken....
het precies andersom:
Een orgaanstelsel is een groep organen die samenwerken. 

Slide 26 - Slide

In de afbeelding is een orgaan van een mens getekend. Tot welk organenstelsel behoort dit orgaan?
A
Tot het ademhalingsstelsel.
B
Tot het bloedvatenstelsel.
C
Tot het spierstelsel.
D
Tot het zenuwstelsel.

Slide 27 - Quiz

Je tong is geen orgaan.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

Een orgaan is een deel van een organisme met een of meerdere functies.
Je tong is een deel van een organisme met meerdere functies!
* praten
* proeven
* slikken 
(van eten en drinken)

Slide 29 - Slide

Wat is een ander woord voor levend wezen?
A
Orgaan
B
Dier
C
Organisme
D
Plant

Slide 30 - Quiz

Af en toe ga ik even terug naar oudere leerstof, die je nog steeds moet weten:

Een ander woord voor een organisme is een levend wezen.

Slide 31 - Slide

ga aan de slag met:
maak online van thema 2
 van basisstof 2.1
 opdrachten 1 t/m 3 + 5 t/m 7, 
waarvan je opdracht 4 in je boek.
Klaar: probeer opdracht 9 te maken.
timer
15:00

Slide 32 - Slide

lees zelfstandig blz. 142+143

klaar met lezen?

maak online van thema 2,
van leren onderzoeken, 
opdracht 1 en 2
timer
15:00

Slide 33 - Slide

2.1 De organen van dieren
.

Slide 34 - Slide