M1: Vlog: Wat zet je erin?

M1: Vlog
10 maart 2021
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

M1: Vlog
10 maart 2021

Slide 1 - Slide

Inleverdatum: voor 24 maart
Huiswerk voor 10 maart was: stuur allemaal je eigen script!

Slide 2 - Slide

Bien fait!

Slide 3 - Slide

Welke onderdelen heb je in je vlog gebruikt?

Slide 4 - Mind map

Hoe heb jij jezelf voorgesteld?
A
Ik zeg: Je m’ appelle ....
B
Ik zeg: Je suis.....
C
Iemand anders zegt: C’ est ....
D
Iemand anders zegt: Il/ elle s’ appelle ......

Slide 5 - Quiz

Welke onderwerpen mogen niet ontbreken?
A
School, hobby’s, vrienden
B
School, hobby’s, huisdieren
C
School, vrienden & familie
D
Hobby’s, vrienden, huisdieren

Slide 6 - Quiz

Hoe vertel je over je familie?
A
Ik noem ze in woorden.
B
Ik laat foto’s zien.
C
Ik heb ze getekend.
D
Ik laat mijn familie zien.

Slide 7 - Quiz

Welke onregelmatige werkwoorden heb je minstens gebruikt naast de regelmatige werkwoorden op -er, als je verplichte onderdelen hebt uitgevoerd?
A
Être , avoir, faire
B
Être, avoir, prendre
C
Être et avoir
D
Être, avoir, aller

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Welk bez. vnw. heb je zeker gebruikt?
A
Mon, ma, mes
B
Ton, ta, tes
C
Son, sa, ses
D
Oeps, vergeten...

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

Wat is een bijv. nw?
A
Petit, petite
B
Grand, grande
C
Maison, maisons
D
deux, trois

Slide 14 - Quiz

Welke Franse lidwoorden ken je?

Slide 15 - Mind map

Slide 16 - Video

Welke lidwoorden heb je als eerste genoteerd?
Un, une
Le, la
Les, des
L’

Slide 17 - Poll

Weet je nog hoe je een ontkenning maakt?
Ja, die staat ook in mijn vlog
Nee, ik kijk het filmpje met de uitleg

Slide 18 - Poll

Slide 19 - Video

Wat zijn voorzetsels?
A
Sur, sous, dans, table
B
Sur, sous, dansen, à
C
Sur, sous, dans, à
D
Sur, devant, dansen, à

Slide 20 - Quiz

Wat vond je van de les?
A
Goed, ik heb veel geleerd.
B
Goed, omdat (vul je reactie in bij de volgende vraag).
C
Het blijft school.
D
Slecht, want (vul je reactie in bij de volgende vraag).

Slide 21 - Quiz

Wat wil je in de les Frans (niet) terug zien? Wat vond je (niet) goed?

Slide 22 - Open question