Weer & klimaat les 1 BTa

Weer & Klimaat
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Weer & Klimaat

Slide 1 - Slide

Wat je vandaag gaat leren:
* Het verschil tussen weer en klimaat
* Wat een weerstation is
* Hoe je een regenmeter zelf kunt maken
* Wat luchtdruk is.

Slide 2 - Slide

Waar denk jij aan bij
het onderwerp
weer & klimaat?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Wat is volgens jou het verschil tussen de begrippen 'weer' en 'klimaat'?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video


Het Nederlandse klimaat.


Milde winters, milde zomers en neerslag gedurende het hele jaar.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Ben jij blij met het klimaat in Nederland?
Ja
Nee

Slide 9 - Poll

Hoe werkt luchtdruk?
Je weet vast wel waar een thermometer, een regenmeter en een  windwijzer voor gebruikt worden.
Maar wat doet een barometer?
Een barometer meet de luchtdruk.

Slide 10 - Slide

wind = lucht dat beweegt van een hoge luchtdruk naar een lage luchtdruk

Slide 11 - Slide

Luister naar 3 weerberichten en let op:
- verwachte windrichting
- neerslagverwachting
- zonverwachting
- temperatuurverwachting
- bewolking
- hoge of lage druk

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Maak een weerbericht
max 3 minuten
Aan de orde moeten komen:
- verwachte windrichting
- neerslagverwachting
- zonverwachting
- temperatuurverwachting
- bewolking
- hoge of lage druk

Slide 17 - Slide

Het klimaat van Nederland
milde winters
milde zomers
hele jaar neerslag mogelijk
koude winters
alleen in de herfst veel neerslag
weinig neerslag
Hete zomers

Slide 18 - Drag question

Weer en klimaat is hetzelfde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Weer of klimaat?
‘Het regent en er komt later mist.’
A
Weer
B
Klimaat

Slide 20 - Quiz

Gaat deze uitspraak over weer of klimaat?
'In Nederland is de gemiddelde temperatuur in januari 3° C.'
A
Weer
B
Klimaat

Slide 21 - Quiz

Gaat deze uitspraak over weer of klimaat?
'Juli is in Nederland de warmste maand van het jaar.'
A
Weer
B
Klimaat

Slide 22 - Quiz

Gaat de volgende zin over weer of klimaat?
'De winters in Portugal zijn warmer dan in Noorwegen.'
A
Weer
B
Klimaat

Slide 23 - Quiz

Weer of klimaat?
'Morgen wordt het mooi weer, 25 graden en af en toe een klein buitje'.
A
Weer
B
Klimaat

Slide 24 - Quiz

Het regende zondag. Gaat het hier over weer of klimaat?
A
Weer
B
Klimaat

Slide 25 - Quiz

Gaat deze zin over weer of klimaat?
'In Nederland is een witte Kerst zeer zeldzaam.'
A
Weer
B
Klimaat

Slide 26 - Quiz

https://schooltv.nl/video-item/clipphanger-wat-zijn-hoge-en-lagedrukgebieden

Slide 27 - Slide