Poolse gastarbeiders blijven steeds vaker in Nederland wonen
D
Ik heb een tante uit Marokko en die komt in de Heege wonen
1 / 23
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welke zin gaat niet over sociale bevolkingsgroei?
A
Mensen die hier werken laten hun gezin meekomen
B
Het sterftecijfer is erg hoog onder immigranten
C
Poolse gastarbeiders blijven steeds vaker in Nederland wonen
D
Ik heb een tante uit Marokko en die komt in de Heege wonen
Slide 1 - Quiz
Wat is het grootste probleem voor de bevolking van Oost-Duitsland
A
Natuurlijke krimp
B
Sociale krimp
C
Vestigingsoverschotten
D
Matige voetbalteams
Slide 2 - Quiz
Welke voorziening heeft het grootste verzorgingsgebied?
A
Een bakker
B
Een boekenwinkel
C
Een mediamarkt
D
De koppel
Slide 3 - Quiz
Hoe noem je verstedelijking ook wel?
A
De Randstad
B
Urbanisatie
C
Suburbanisatie
D
Volksverhuizing
Slide 4 - Quiz
Waarom nam de migratie uit Oost-Duitsland (DDR) sterk af na 1961?
A
In dat jaar werd de Sovjet Unie de baas in de DDR.
B
Toen gingen opeens de grenzen dicht.
C
West-Duitsland had gewoon geen plek voor nieuwe inwoners.
D
De Oost-Duitsers hadden geen geld om te verhuizen.
Slide 5 - Quiz
In Berlijn is duidelijk sprake van segregatie. Wat betekent dit begrip?
A
Actieve deelname van bewoners aan de leefbaarheid van een wijk.
B
Het apart wonen van bevolkingsgroepen met bepaalde kenmerken.
C
Deelnemen aan activiteiten in de maatschappij.
D
Toename van het aantal stadsbewoners boven de 65.
Slide 6 - Quiz
Wat waren de afstotingsfactoren (pushfactoren) voor Oost - Duitsland?
A
Veel werk
B
Verouderde industrie
C
Mooie woonomgeving
D
Rijkdom
Slide 7 - Quiz
Welke stad ligt niet in het Ruhr gebied?
A
Stuttgart
B
Dortmund
C
Essen
D
Düsseldorf
Slide 8 - Quiz
Welk begrip?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied
Slide 9 - Quiz
Welke uitspraak over arbeidsmigranten is waar?
A
De eerste arbeidsmigranten kwamen allemaal uit Marokko
B
Veel arbeidsmigranten kwamen uit voormalige koloniën.
C
In de jaren ’60 en ’70 kwamen veel arbeidsmigranten
D
Turkse arbeiders gingen na enkele jaren terug naar hun familie.
Slide 10 - Quiz
Als er meer mensen emigreren dan immigreren, dan is er een
A
vestigingsoverschot
B
bevolkingsgroei
C
vertrekoverschot
D
bevolkingsafname
Slide 11 - Quiz
In welke fase van het transitiemodel zit China?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4/5
Slide 12 - Quiz
geboortecijfer
stertecijfer
geboorteoverschot
sterfteoverschot
totale bevolking
Slide 13 - Drag question
A
Grafiek 1
B
Grafiek 2
C
Grafiek 3
D
Geen enkele
Slide 14 - Quiz
De pyramides horen alle vier bij Nederland. Sleep het juiste jaartal naar de bevolkingsgrafiek.
1950
1980
2010
2040
Slide 15 - Drag question
Probleemwijken vind je vooral terug in overgangsgebieden
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quiz
Drempelwaarde is...
A
De hoogte van een drempel
B
Minimaal aantal klanten dat nodig is om een zaak draaiend te houden
C
De afstand die klanten afleggen
D
Afname van het aantal jonge mensen in de bevolking
Slide 17 - Quiz
De groei van de bevolking verschilt tussen Nederland en Duitsland. In de figuur is de bevolkingsontwikkeling van beide landen weergegeven. Sleep het land naar de bijbehorende grafiek.
Nederland
Duitsland
Slide 18 - Drag question
Oost - Duitsland
West - Duitsland
communisme
vrije markt economie
Planeconomie
Kapitalimse
bevolkingsafname
rijk
Sovjet - Unie
Jonge mesen trekken weg
grote werkloosheid
VS
Slide 19 - Drag question
Berlijn
Frankfurt
Stuttgart, Munchen
Hamburg, Bremen
Düsseldorf
Industrie
Banken
Financieen
Regering
Haven
High-tech industrie
Slide 20 - Drag question
Zet de gebeurtenissen en gevolgen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
De Chinese overheid besluit dat buitenlandse bedrijven welkom zijn in de grote Chinese steden.
Grote bedrijven als Apple, Sony en Philips vestigen zich in de stad.
Maarliefst 300 miljoen Chinesen migreren naar de grote steden.
Het platteland loopt leeg. Er ontstaat meer armoede op het platteland.
Slide 21 - Drag question
Welvaart
Welzijn
BNP/hoofd
Koploper
Centrumlanden
Volgers
BRIC-landen
Achterblijvers
Levensverwachting
Alfabetiseringsgraad
Koopkracht
Slide 22 - Drag question
Koppel het juiste land aan de juiste bevolkingspiramide