This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Wie was Shakespeare en waarom was hij belangrijk?
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van deze les kan je uitleggen wie Shakespeare was en waarom hij belangrijk was.
Slide 2 - Slide
Introduceer het leerdoel en maak het meetbaar. Benoem ook de relevantie van het onderwerp.
Wat weet je al over William Shakespeare?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
William Shakespeare
William Shakespeare was een Engelse toneelschrijver die leefde van 1564 tot 1616.
Slide 4 - Slide
Introduceer de naam en geboortedatum van Shakespeare en geef achtergrondinformatie over zijn beroep.
Werken van Shakespeare
Shakespeare schreef in totaal 38 toneelstukken, waaronder beroemde stukken als Romeo en Julia, Hamlet en Macbeth.
Slide 5 - Slide
Introduceer de meest bekende werken van Shakespeare en benoem het genre van zijn stukken.
Taalgebruik
Shakespeare wordt ook wel de 'meester van de taal' genoemd vanwege zijn creatieve en vernieuwende taalgebruik.
Slide 6 - Slide
Leg uit waarom Shakespeare bekend staat om zijn taalgebruik en geef voorbeelden hiervan.
Invloed
Shakespeare heeft een enorme invloed gehad op de Engelse taal en literatuur. Zijn werk wordt nog steeds veel gelezen en opgevoerd.
Slide 7 - Slide
Leg uit welke invloed Shakespeare heeft gehad op de Engelse taal en literatuur en waarom zijn werk nog steeds relevant is.
Opdracht
Bekijk een trailer van een moderne verfilming van een van de toneelstukken van Shakespeare en bespreek in tweetallen wat je opvalt aan de verschillen met het origineel.
Slide 8 - Slide
Geef een interactieve opdracht waarbij de leerlingen actief betrokken zijn bij het onderwerp.
Quiz
Test je kennis over Shakespeare met deze quiz!
Slide 9 - Slide
Maak een korte quiz om de kennis van de leerlingen te testen.
Conclusie
Je weet nu wie Shakespeare was en waarom hij belangrijk was. Zijn werk is nog steeds relevant en wordt veel gelezen en opgevoerd.
Slide 10 - Slide
Sluit de les af met een samenvatting van de belangrijkste punten.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.