Herhalingsles
1 / 17
Lesson duration is: 80 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Leg in je eigen woorden uit waarom het niet goed werkte voor Karel om andere mensen baas te laten zijn over delen van zijn land.
Slide 2 - Open question
Waarom gingen boeren op het land van een heer wonen?
Slide 3 - Open question
Priesters
Monnik
Nonnen
Paus
Werkten in de kerk
Woonden in vrouwenkloosters.
Hadden veel macht over het volk.
Leefden in kloosters
Bidden en werken.
Gaven preken
Leren lezen en schrijven
Baas van de katholieke kerk.
Slide 4 - Drag question
1ste rang
2de rang
3de rang
4de rang
Adel
Politieke macht
Geen macht
Geestelijken
Burgers en boeren.
Godsdienstige macht
Koning
Slide 5 - Drag question
Jodendom
Christendom
Islam
Thora
De Bijbel
Koran
Moskee
Synagoge
Kerk
Christen
Jood
Moslim
Mohammed
Jezus van Nazareth
Slide 6 - Drag question
Noem een voorbeeld van een geestelijke en iemand van adel.
Slide 7 - Open question
Wereldgodsdienst
Taoïsme
Christendom
Atheïsme
Deïsme
Hindoeïsme
Boeddhisme
Protestantisme
Katholicisme
Jodendom
Islam
Slide 8 - Drag question
Hoe noem je iemand die hoort bij de islam?
A
Christen
B
Joods
C
Boeddhist
D
Moslim
Slide 9 - Quiz
Jodendom
Christendom
Islam
Thora
De Bijbel
Koran
Moskee
Synagoge
Kerk
Christen
Jood
Moslim
Mohammed
Jezus van Nazareth
Slide 10 - Drag question
Wat is cultuur?
A
Dit zijn afgesproken regels
B
Het respect hebben voor iemand.
C
Wat een groep mensen vindt doet en maakt
D
Iemand die naar de kerk gaat
Slide 11 - Quiz
Wat is het verschil tussen een waarde en een norm?
Slide 12 - Open question
Wat is een kalief?
A
Een nieuwe profeet.
B
Iemand die in de Islam geloofd.
C
Een opvolger van Mohammed.
D
Een opvolger van de koning.
Slide 13 - Quiz
Priesters
Monnik
Nonnen
Paus
Werkten in de kerk
Woonden in vrouwenkloosters.
Hadden veel macht over het volk.
Leefden in kloosters
Bidden en werken.
Gaven preken
Leren lezen en schrijven
Baas van de katholieke kerk.
Slide 14 - Drag question
Waarom hadden geestelijken en monniken veel invloed op de samenleving? Wat konden zij dat andere mensen niet konden?
Slide 15 - Open question
1ste rang
2de rang
3de rang
4de rang
Adel
Politieke macht
Geen macht
Geestelijken
Burgers en boeren.
Godsdienstige macht
Koning
