Verdeel het lokaal in 2 vlakken (met tape of een touw op de grond). Het vlak ja en het vlak nee. De docent stelt een vraag, de leerlingen gaan in het vlak staan van hun antwoord.
(kan je in het lokaal geen vlakken maken, laat de leerlingen dan petje op of af doen of hand opsteken)
1. Ik luister wel eens heel hard muziek op mijn kamer. (effect)
2. Ik praat nooit door de uitleg van de docent heen. (coöperatief)
3. Tijdens een toets spiek ik wel eens. (eerlijk)
4. Ik pest wel eens iemand. (tolerant)
5. Ik roddel nooit. (persoonlijk)
6. Ik ga liever niet om met klasgenoten die kleding dragen die niet in de mode zijn. (tolerant)
7. Afval gooi ik op de grond, ook als ik in de buurt van de prullenbak zit. (effect)
8. Ik heb wel eens expres iets van een ander kapot gemaakt. (sociaal)
9. Ik heb wel eens een bejaarde geholpen. (sociaal)
10. Ik doe vrijwilligerswerk. (sociaal)
11. Ik scheld tijdens de wedstrijd de scheidsrechter wel eens uit. (rustig blijven)
12. Ik vecht nooit. (rustig blijven)
13. Ik heb wel eens een rare foto van iemand op facebook geplaatst. (sociaal)
14. Ik moet niks van homo’s hebben. (tolerant)
15. Ik heb wel eens tegen mijn zin in met iemand gezoend.(persoonlijk)
16. Ik kom op voor zwakkeren (sociaal)