Zakelijke e-mail

WELKOM  
Leg op je tafel: NN, 
schrift, etui.
Zet je telefoon uit en leg hem uit het zicht.

Huiswerkcontrole.




Zet je telefoon uit en leg hem uit het zicht.




Bezorgdheid om roddelkanalen over leerlingen en docenten op TikTok 
Geïnspireerd door de populaire Amerikaanse tv-drama Gossip Girl duiken door een trend op TikTok steeds meer roddelkanalen op over leerlingen en docenten op middelbare scholen. Een zorgelijke ontwikkeling, zeggen deskundigen en niet alleen vanwege de impact op betrokkenen. "Het is ook strafbaar, want je brengt mensen in diskrediet."

1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

WELKOM  
Leg op je tafel: NN, 
schrift, etui.
Zet je telefoon uit en leg hem uit het zicht.

Huiswerkcontrole.




Zet je telefoon uit en leg hem uit het zicht.




Bezorgdheid om roddelkanalen over leerlingen en docenten op TikTok 
Geïnspireerd door de populaire Amerikaanse tv-drama Gossip Girl duiken door een trend op TikTok steeds meer roddelkanalen op over leerlingen en docenten op middelbare scholen. Een zorgelijke ontwikkeling, zeggen deskundigen en niet alleen vanwege de impact op betrokkenen. "Het is ook strafbaar, want je brengt mensen in diskrediet."

Slide 1 - Slide

Nederlands
Het schrijven van een zakelijke e-mail.

Slide 2 - Slide

Schrijfopdracht
Eindexamen 2019 schrijfopdracht maken.

Slide 3 - Slide

NAKIJKEN

Slide 4 - Slide

  • groepjes van 2
  • elkaars werk nakijken
  • met een andere kleur de fouten aangeven

  • Klaar met nakijken?
  • geef het nagekeken werk terug
  • bespreek met elkaar de fouten
  • Iedere leerling vult de volgende tabel voor zichzelf in:

stomme fouten (vb. niet goed gelezen)
fouten die ik had moeten weten
fouten die ik echt niet kon weten
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Post-its
Geel: schrijf de 6 stappen op van een zakelijke e-mail.
Groen: schrijf de inleiding.
Roze: schrijf het slot.

Slide 7 - Slide

Maken
Maken blz. 18-19, opdracht 1 en 2.

Slide 8 - Slide

Werkwoordspelling
andere Lesson Up

Slide 9 - Slide

Hoofdletters en leestekens
Blz. 37-39, opdracht 1, 2, 3, 4, 5.

Slide 10 - Slide

Wat weet je al over het schrijven van een zakelijke e-mail?

Slide 11 - Mind map

Wat is het verschil tussen een zakelijke brief en een zakelijke e-mail?

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Video

Conventies zakelijke e-mail
  • Aan:
  • CC:
  • Onderwerp:
  • Aanhef                  (Geachte heer/mevrouw,)
  • Inleiding               (Mijn naam is.............)
  • Kern                        (Vertel waar je e-mail over gaat)
  • Slot                          (Vertel wat je graag zou willen) 
  • Slotformule         (Met vriendelijke groet, )
  • Jouw naam    

Slide 14 - Slide

Schrijfwijze van namen in de aanhef


Geachte mevrouw Jelierse,
Geachte mevrouw Van Wolde,
Geachte meneer Pleysier,
Geachte meneer Van den Brink,

Slide 15 - Slide

De inleidende zin
  • In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
  • Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.

Slide 16 - Slide

Het middenstuk
  • Je zakelijke e-mail bestaat altijd uit minimaal twee alinea's  in het middenstuk 
  • In deze alinea's beschrijf je de meeste verplichte punten uit de opdracht 
  • Maak gebruik van de situatiebeschrijving om de verplichte punten te verwerken 
  • Staat de info niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf! 
  • Beschrijf deze punten kort en bondig 
  • Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten

Slide 17 - Slide

Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Je kan hier vaak het laatste verplichte punt voor gebruiken.
  • Ik hoop spoedig van u te horen.
  • Ik ontvang graag snel een reactie.
  • Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.

Slide 18 - Slide

Slotformule en naam
Gebruik een van de twee slotformules:
  • Met vriendelijke groet,
  • Hoogachtend,
Soms staat in de opdracht welke slotformule je kan gebruiken.

Sluit af met je voornaam en achternaam.

Slide 19 - Slide

Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail altijd?
A
Beste
B
Geachte
C
Hallo
D
Beste of Geachte

Slide 20 - Quiz

Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,

Slide 21 - Quiz

Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte medewerker,

Slide 22 - Quiz

Schrijfwijze van namen
  • Je schrijft een hoofdletter waar de naam begint
  • Dit kan de voornaam zijn, maar ook de achternaam
  • Let goed op bij de tussenvoegsels (de, van, van der, etc.)
  • In de aanhef gebruik je alleen de achternaam 
  • Onderaan schrijf je altijd je eigen voornaam en achternaam



Slide 23 - Slide

Een zakelijke e-mail is, net als een zakelijke brief...
A
...informeel van toon.
B
...formeel van toon.

Slide 24 - Quiz

Bij een e-mail moet je geen datum noteren zoals bij een zakelijke brief?
A
Goed
B
fout

Slide 25 - Quiz

Wat is een verschil tussen een zakelijke brief en een zakelijke e-mail?
A
Een brief is altijd op papier.
B
Een e-mail krijg je niet op het examen.
C
Op een e-mail schrijf je geen adres.
D
Een zakelijke brief doe je altijd op de post.

Slide 26 - Quiz

slotgroet van een zakelijke brief is vaak hetzelfde als een zakelijke e-mail.
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Een zakelijke brief of e-mail heeft een vaste indeling. Waar bestaat deze indeling uit?
A
Inleiding en kern
B
Inleiding, kern en slot
C
Kern en slot
D
Inleiding en slot

Slide 28 - Quiz

Een zakelijk brief of e-mail mag nooit met 'Ik' beginnen.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

De opmaak
  • Vul de onderwerpsregel in  (kort en bondig)

  • Aanhef
  • Inleidende zin
  • Alinea 1
  • Alinea 2
  • Afsluitende zin
  • Slotformule
  • Naam

Slide 30 - Slide

Maken
examenopdracht zakelijke e-mail

Slide 31 - Slide

Maken
opdracht 2, 3 op blz. 21-22.

Slide 32 - Slide