Bloed

Bloed
eerst...maak opdracht op je tafel
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bloed
eerst...maak opdracht op je tafel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Werking en de taak van het bloed en afweerstelsel uitleggen en toelichten.
Je kunt benoemen wat de drie bestanddelen van bloed zijn.

Je kunt beschrijven hoe de rode bloedcel is opgebouwd.
Je kunt uitleggen wat de rol is van rode bloedcellen bij het transport van zuurstof.
Je kunt uitleggen wat de eigenschappen en functies zijn van de drie typen witte bloedcellen.
Je kunt uitleggen wat de rol is van de bloedplaatjes bij de bloedstolling.
Je kunt beschrijven wat achtereenvolgens de belangrijkste stappen van de bloedstelping zijn.




Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Literatuur
• Lezen paragraaf 3. bloed, 3.1 volume en samenstelling en 3.3 bloedcellen 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is de functie van bloed?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

Bloed vormt het transportsysteem van ons lichaam. Het stroomt voortdurend om zuurstof en (voedings)stoffen aan weefsel te leveren en afvalproducten af te voeren.

Je bloed bestaat voor ongeveer de helft uit plasma. Bloedplasma bestaat voornamelijk uit vocht en eiwitten. De andere helft van je bloed bestaat uit bloedcellen, namelijk: rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes (trombocyten/bloedstolling)

Plasma is de bloedvloeistof die je bloedcellen door je lichaam vervoert. In plasma zitten allerlei nuttige stoffen opgelost, zoals zouten, glucose (suikers), hormonen en lipiden (vetten). Naast transport zorgt plasma ervoor dat je lichaam afkoelt als je het te warm hebt en opwarmt als je het te koud hebt. 
Bloed zorgt hoofdzakelijk voor het transport van stoffen door het lichaam.
 Het speelt een belangrijke rol in:

  • het regelen van de lichaamstemperatuur;
  • het handhaven van het evenwicht van uiteenlopende essentiële mineralen en vloeistoffen (elektrolytenbalans);
  • de aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen (zoals glucose, vitaminen, mineralen, vetten en eiwitten);
  • de afvoer van kooldioxide, toxinen en afvalproducten (zoals ureum);
  • het transport van chemische boodschappers (hormonen) en andere stoffen;
  • de bescherming van het lichaam tegen micro-organismen en vreemde stoffen (een functie van het immuunsysteem/ afweersysteem);
  • het handhaven van de bloedstolling.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Bloed
     
              =Rood
Dik, niet doorschijnende vloeibare massa 
4- 6 liter
Volwassene (7.5% lichaamsgewicht)
Functie:
Transport
Het brengt voedingstoffen en zuurstof naar cellen en vervoert hormonen vanuit klieren en hormonen.
Afvalstoffen worden meegenomen vanuit weefsels naar de organen om uitgescheiden te worden.
Het beschermt tegen ziekteverwekkers, heeft een stollingsfunctie en reguleert de lichaamstemperatuur.
Samenstelling

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Plasma
Bloedplasma bestaat uit: Water, eiwitten, zouten, glucose, aminozuren, vetzuren, glycerol, vitaminen, 
hormonen en  
afvalstoffen 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hoe worden bloedcellen gevormd?
A
In de longen door zuurstofopname.
B
In het beenmerg door stamcellen te differentiëren.
C
In de lever door ontgifting.
D
In de milt door afvalstoffen te filteren.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

In welke beenderen hebben volwassenen nog rood beenmerg?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Vorm, functies en plaats van de vorming van bloedcellen
  • Bloedcellen worden gevormd in het beenmerg van platte botten
  • Er zijn verschillende soorten bloedcellen, zoals rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Rode bloedcellen
Erytrocyten


99,9% van alle bloedcellen
Cellen zonder celkern met een deuk = delle











Cellen hebben een groot oppervlak is handig voor O2 en Co2 uitwisseling
Ht waarde = hematocrietwaarde
Totale hvh rode bloedcellen in verhouding met totale bloedvolume
m= 40/50%
v= 35/40%
Heeft als functie zuurstof van longen naar weefsels te transporteren en om koolstofdioxide van de weefsels naar de longen te brengen -> waarna deze worden uitgeademd.
HB
Hemoglobine of bloedkleurstof is de stof die voorkomt in de rode bloedlichaampjes. Hemoglobine bestaat uit een eiwit (globine) en ijzerhoudend pigment (heem).
Afbraak
Een beschdigde of veroudere erytrocyt valt uiteen of scheurt -> hemolyse. 
Er komt dan bilirubine vrij -> geel, deze word afgegeven aan de dunne darm met gal.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is een andere naam voor rode bloedcellen?
A
Erytrocyten
B
Leukocyten
C
Trombocyten

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Rode bloedcellen hebben een celkern.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat doen rode bloedcellen?
A
Vervoeren koolstofdioxide
B
Vervoeren voedingsstoffen
C
Vervoeren nitraat
D
Vervoeren zuurstof

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Witte bloedcellen
Wel een celkern

Afweer van het lichaam
ontsteking?
Meer leuko's
Drie groepen 
zijn leukocyten
Volgende pagina

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Granulocyten
Neutrofiele granulocyt
Eosinofiele granulocyt
Basofiele granulocyt
  • Granulocyt, granula, korrels
  • Fagocyt, fagocytose, endocytose, eten
  • Ontstekingsreacties
  • Let op: kern, granula, kleur

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Granulocyten
( Neutrofiele) Granulocyten doden ziekteverwekkers d.m.v. fagocytose (~opeten).
Lysosomen zijn met enzym gevulde blaasjes die de ziekteverwekker binnenin de granulocyt afbreken.
Hierbij gaat de granulocyt ook dood en kan met de ziekteverwekker etter/pus vormen.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Monocyten
Monocyt

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Monocyt -> macrofaag
Monocyten spelen een rol bij de reactie op antilichamen.

Belangrijke functie van de Monocyt is Fagocytose (opeten van de ziekteverwekker)
deze cel heeft ook een geheugenfunctie. Hierdoor presenteren ze pathogenen (ziekteverwekkers) aan de T-lymfocyten.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Lymfocyten
Lymfocyten
Lymfecellen, ronde cellen met een grote kern, verplaatsen zich van beenmerg naar lymfeweefsel om uit te rijpen.
Kinderen hebben er meer dan volwassenen.
Functie, verdediging van het lichaam tegen infecties, lichaamsvreemde stoffen, kankercellen en gifstoffen.

Het immunologisch geheugen zorgt ervoor dat een ziekte niet meer dan eenmaal voor komt, bijv mazelen.
Voorbeeld- inenten

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Bloedplaatjes
  • Worden gevormd in het beenmerg
  • Leven maar even
  • Plakken aan elkaar en de omgeving
  • Belangrijke rol bij stolling
  • Fibrinogeen (bloedstolling)
Ook wel Trombocyten

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Welke bloedgroepen ken je?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Opdracht
Probeer naar aanleiding van de video het schema van bloedgroepen in te vullen (zonder de rhesusfactor)

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Link

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Literatuur
•Maak zelftoets  Module 2

Lezen paragraaf 3. bloed, 3.1 volume en samenstelling en 3.3 bloedcellen + verwerkingsopdrachten maken paragraaf bloed: 1,3,4,6, en 7

Slide 34 - Slide

This item has no instructions