13.1 Eten

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Nodig voor deze les: 

Werkboek + Leerboek + telefoon/ laptop 

Kom alvast in LessonUp, code linksonderin

Pak je spullen erbij, wees stil en wacht tot de docent de les gaat beginnen!

Welkom! Maak jezelf start-klaar voor de les!

Toetsweek

Hoofdstuk 13: Dieren en Planten

Hoofdstuk 6: Je groene omgeving

Planning 

Bij elk hoofdstuk: 5 paragrafen behandelen

Elke les: 1 - 2 paragrafen per les

Als we lessen over houden: proefjes doen...

13.1 Eten

Leerdoelen 13.1

Je leert hoe je aan zoogdieren kunt zien wat ze eten.

Je leert hoe planten en eencelligen aan voedsel komen.

Je leert hoe planten en dieren voorkomen dat ze opgegeten worden.

Voor nu

Meld je aan bij de lessonup.app:

Quiz: wat heb je geleerd? RTTI: alle typen vragen...

Samenvatting v/d les.

Leerdoelen 13.1

Je leert hoe 3 verschillende typen gebitten van verschillende eters eruit zien.

Je leert hoe 3 verschillende typen verteringstelsels van verschillende eters eruit zien. 

Je leert 3 manieren waarmee dieren en planten voorkomen dat ze opgegeten worden.

                    Hoe kauwen dieren?

Planteneters (herbivoren): Plooikiezen met richels. Voor het verteren van celwanden.

Vleeseters (carnivoren) knipkiezen om vlees af te scheuren.

Alleseters (omnivoren): knobbelkiezen die zowel plantaardig als dierlijk voedsel kunnen fijnmalen.

Dieet en Darmlengte

Planteneters: lange darmen (verteren van cellulose + herkauwen.)

Vleeseters: kleine darmen (hoeven geen celwanden te verteren.)

Alleseters: middellange darmen (zowel dierlijk en (gekookte) plantaardig voedsel.)

Energiebalans

E: Energie die binnenkomt

U: Wat het lichaam uitgaat (ontlasting, urine, zweet)

B: Beweging

T: Temperatuur

P: Produceren van nieuwe cellen

Hoe eten planten?

Fotosynthese: zelf glucose maken. 

Wortels: mineralen

Voortgezette assimilatie:

van glucose, zetmeel, eiwitten, vetten en vitamines maken. 

Hoe eten eencelligen?

Fagocytose (endocytose): voedingsbrokken omsluiten met het celmembraan

Exocytose: uitwerpselen

R: Wat voor type eters zijn honden en katten?

1. Planteneters
2. Vleeseters
3. Alleseters
4. Taarteters

T1: Van welk type eter is de tand op het plaatje?

1. Planteneters
2. Vleeseters
3. Alleseters
4. Taarteters

Korte samenvatting v/d les

RTTI: als je de informatie op de volgende dia's goed kent dan kun je op de R en T1 vragen voldoende scoren. 

Daarnaast is het kennen van deze info een goede basis voor de T2 en I vragen.

Verschillende typen eters + gebitten

Planteneters: Plooikiezen

Vleeseters: Knipkiezen

Alleseters: Knobbelkiezen

Verschillende typen eters + verteringstelsel

Planteneters: LANG stelsel

Vleeseters: KORT stelsel

Alleseters: lengte ertussen in

Energiebalans

E = Energie

U = uit het lichaam

B = Beweging

T = Temperatuur

P = Productie

Planten

Fotosynthese

Koolstofdioxide + Water + Licht --> Glucose + Zuurstof

Glucose --> Zetmeel, eiwitten en vetten

Standaard:

Paragraaf 13.1

Maak de opdrachten in je werkboek:

4, 6, 8, 12, 16, 18, 21, 23

Hiervoor heb je 15 minuten de tijd + je werkt fluisterend...

RTTI: R + T1 opdrachten

Uitdaging:

Paragraaf 13.1

Maak de opdrachten in je werkboek:
7, 9, 13, 14, 28, 29

Hiervoor heb je 15 minuten de tijd + je werkt fluisterend...

RTTI: T2 + I opdrachten

AAN DE SLAG!