Communicatie, het gesprek

Les 2 communicatie
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les 2 communicatie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

In de zorg communiceer je bijna de hele dag. 
Je hebt een praatje met patiënten, tijdens de behandelingen... Je spreekt een familielid, ontmoet een nieuwe collega... Of je overlegt met de leverancier, of een andere behandelaar...

Je voert heel veel verschillende gesprekken en allemaal zijn ze heel belangrijk. Maar wat belangrijker is, is dat het goede gesprekken zijn. Maar wanneer is het een goed gesprek.

Slide 3 - Slide

Wat is communicatie?
A
Het gebruik van taal
B
Het interpreteren van een boodschap
C
Het overbrengen van informatie van de een naar de ander
D
Het begrijpen van een boodschap

Slide 4 - Quiz

Noem drie voorbeelden van non-verbale communicatie
A
Lachen, praten en knikken
B
Lachen, boos kijken en lesboek
C
Lachen, boos kijken en oogcontact

Slide 5 - Quiz

Verbale communicatie is het communiceren zonder woorden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Het overdragen van informatie gaat vaak via een medium. Kies uit de lijst de media die kunnen zorgen voor het overdragen van informatie
A
Folder en krant
B
Televisie en gesprek
C
WhatsApp en e-mail
D
Gebarentaal

Slide 7 - Quiz

Als je concrete informatie wilt hebben, stel je andere vragen dan wanneer je de mening van de ander wilt weten. 
Een vraag kan ook bedoeld zijn om de spreker aan te moedigen meer te vertellen of juist af te remmen in zijn verhaal en het terug te brengen op het oorspronkelijke onderwerp. Je hebt dus veel verschillende soorten vragen.

Wat wordt bedoeld met een open vraag en een gesloten vraag?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat wordt bedoeld met;
  • Anna
  • Oen
  • Oma
  • Nivea
  • Dik
  • LSD

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

LSD oefening

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Regelmatig samenvatten is het meest actieve onderdeel van actief luisteren. 
Door het verhaal van de ander in je eigen woorden na te vertellen, breng je orde en structuur aan in het gesprek.

Je gebruikt een samenvatting als een test voor jezelf om na te gaan of je de ander echt begrijpt. De reactie van de ander levert het bewijs: ‘Ja, precies!’. Of niet natuurlijk, maar dan kun je om uitleg vragen.

Slide 17 - Slide

Je kunt op twee manieren samenvatten:

  1. Op inhoud: je geeft dan in je eigen woorden weer wat er is gezegd.
  2. Op gevoel: je vat dan vooral de non-verbale signalen samen en vertelt hoe jij denkt dat de ander zich voelt. Je benoemt de emoties. Bijvoorbeeld: ‘Je bent boos, omdat...’ of ‘je voelt je vernederd door...’.


Slide 18 - Slide