Beeldspraak en Stijlfiguren

Beeldspraak en stijlfiguren
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Beeldspraak en stijlfiguren

Slide 1 - Slide

'Heb jij de nieuwste Paul van Loon al gelezen?'

Welke vorm van beeldspraak?
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Geen

Slide 2 - Quiz

'Hij is zo trots als een pauw'

Welke vorm van beeldspraak?
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Geen

Slide 3 - Quiz

'Ik brand van verlangen.'

Welke vorm van beeldspraak?
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Geen

Slide 4 - Quiz

De maan bespiedde ons vanuit de hemel.
Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor
D
Geen beeldspraak

Slide 5 - Quiz


'Zij zingt net als een nachtegaal.'
Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor
D
Geen beeldspraak

Slide 6 - Quiz


'De wind huilt door de bomen.'
Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking
D
geen

Slide 7 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?
Ik erger me dood aan hem.
A
overdrijving
B
eufemisme
C
personificatie
D
understatement

Slide 8 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?
Een 10 voor je werkstuk. Nou best aardig gedaan.
A
understatement
B
climax
C
overdrijving
D
antithese

Slide 9 - Quiz

Ik kan dat niet een, twee, drie uit de kast trekken.
A
Enumeratie
B
Opsomming in drieën
C
Drieslag
D
Herhaling

Slide 10 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?
Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
antithese

Slide 11 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?
Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.
A
hyperbool
B
climax
C
understatement
D
overdrijving

Slide 12 - Quiz

Welke stijlfiguur gebruikte Geert Wilders met zijn gewraakte 'minder, minder, minder' uitspraak?
A
Opsomming
B
Opsomming in drieën
C
Drieslag
D
Herhaling

Slide 13 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?
Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
A
hyperbool
B
climax
C
understatement
D
antithese

Slide 14 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?
Ik sta hier al eeuwen op te wachten
A
Overdrijving
B
Understatement
C
Climax
D
Antithese

Slide 15 - Quiz

Een goede vriend(in) blijft je trouw in voor- en tegenspoed
A
Enumeratie
B
Climax
C
Antithese
D
Hyperbool

Slide 16 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?
Die poolreizigers zullen het wel FRISJES hebben.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
geen

Slide 17 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?
Helaas moest Kees zijn oude hond Willem laten INSLAPEN.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
opsomming

Slide 18 - Quiz

Talent, vertrouwen en discipline zijn dé elementen voor succes.
A
Enumeratie
B
Opsomming in drieën
C
Drieslag
D
Climax

Slide 19 - Quiz

Welke spreekwoorden ken jij met delen van het lichaam?

Slide 20 - Open question

Vul het ontbrekende woord in:
Een wit .... halen.
A
brood
B
neusje
C
voetje
D
wasje

Slide 21 - Quiz

Vul het ontbrekende woord in:
wie zijn ... schendt, schendt zijn aangezicht
A
oog
B
oor
C
kin
D
neus

Slide 22 - Quiz

Vul het ontbrekende woord in:
Wie zijn ... brandt, moet op de blaren zitten.
A
handen
B
voeten
C
billen
D
benen

Slide 23 - Quiz

Vul de ontbrekende woorden in:
oog om oog, ... om ...
A
tand .. tand
B
hand .. tand
C
hand ... hand
D
tand ... hand

Slide 24 - Quiz