Les 6: Inkomensverdeling

Inkomensverdeling
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Inkomensverdeling

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Agenda
Inkomensverschillen (5min)
Lorenz-curve (5min)
Opdrachten maken (20 min)
Toets voorbereiden (20 min)
Poll 'controverse' (1min)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van deze les weet je:
  • Waarom er inkomensverschillen zijn
  • Wat een Lorenzcurve is
  • Hoe je een Lorenzcurve tekent
  • Hoe je een Lorenzcurve afleest

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Productiefactoren en de beloning
Om te produceren heb je productiefactoren nodig.
Iedere productiefactor heeft zijn eigen beloning.
Combineer de productiefactoren met de beloningen.


Arbeid
Kapitaal
Natuur
Ondernemerschap
Loon
Salaris
Pacht
Winst

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Op een schaal van 1 tot 100, waarbij Jeff Bezos op 100 staat. Hoe rijk denk je dat gemiddelde Nederlander is? Geef een getal tussen de 0 en 100.

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Is het inkomen van iedereen gelijk?

Slide 7 - Slide

Algemeen kunnen we vaststellen dat:
- in liberale economieën de inkomensongelijkheid groter is.
- hoe meer overheidsinterventie er is, hoe evenwichtiger de inkomens verdeeld zijn.
Waardoor ontstaan
inkomensverschillen?

Slide 8 - Mind map

Talent
Ervaring
Geluk
Afkomst
Leeftijd
Geslacht
Opleiding
Vermogen
Personele inkomensverdeling:

de verdeling van het totale inkomen over de inwoners.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Lorenzcurve: hoeveel % van de inkomsten gaat naar 50% van de bevolking?
A
Ongeveer 10%
B
Ongeveer 50%
C
Ongeveer 90%
D
Ongeveer 60%

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Lorenzcurve Nigeria: zijn de inkomens gelijk verdeeld?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

De Lorenzcurve gebruik je om inkomensongelijkheid aan te geven.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Door de oorlog in Oekraïne lopen de energieprijzen op.
De rijken in Nederland moeten meer belasting betalen om de armen te helpen de energierekening te betalen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

This item has no instructions

Vliegen onder de 700km zou verboden moeten worden
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Geef aan of je hier heel blij of heel verdrietig van wordt.
Of dat je hier neutraal in staat.
Huiswerk

Maken 2.6 t/m 2.12  van lesbrief kopen en werken

Hoe? In stilte, of fluisterend overleggen
Vraag? Steek je vinger op
Klaar? Ga verder met leren van H1 voor de toets as. vrijdag

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Agenda
Herhaling Lorenz-curve (5min)
Opdrachten maken (20 min)
Toets voorbereiden (20 min)
Poll 'controverse' (1min)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Cummulatief
Cumulatief houdt in dat alle resultaten van het begin af aan bij elkaar zijn opgeteld.


Bijvoorbeeld: de eerste 40% van de huishoudens
met de laagste inkomens

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Hoe groter de 'buik' van de Lorenzcurve is, hoe...
A
meer de inkomens ongelijk verdeeld zijn
B
meer de inkomens gelijk verdeeld zijn.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat geeft deze Lorenzcurve aan?
A
De armste 30 % van de mensen verdient 30 % van het inkomen
B
De armste 30 % van de mensen verdient 3 % van het inkomen
C
De rijkste 70 % van de mensen verdient 40 % van het inkomen
D
De rijkste 30 % van de mensen verdient 60 % van het inkomen

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Stelling I: Als de Lorenzcurve door een belastingmaatregel verder van de 45 gradenlijn gaat liggen is er sprake van een nivellering van de inkomens.
Stelling II: De primaire inkomensverdeling geeft de inkomens-verdeling weer voordat de overheid heeft ingegrepen.


A
Alleen stelling I is juist
B
Alleen stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions