LES 1 t/m 6 - Een vlog schrijven en maken

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 5-8

Introduction

Digibordles

Les 1

 doel, doelgroep en tekstkenmerken

Onderwijs over de kenmerken van een vlog.

Ik ga met behulp van een storyboard een vlog schrijven en maken.

Dit ga ik leren.

We lezen eerst het artikel 'Vlogles in de klas'.

We bespreken de vlogtips en kenmerken.

Kan jij nog meer kenmerken van een vlog benoemen?

En heb jij misschien nog andere vlogtips?

We gaan het schema voor een storyboard gebruiken!

Wat gaan we schrijven?

Wie

De rolverdeling

Wat

Wat gaat de acteur doen en zeggen

Waar

De locatie

Waarmee

Welke spullen of attributen zijn er nodig?

Hoe

Hoe gaat er gepraat worden, hoe wordt er gefilmd?

Muziek

Slaan we over, tenzij het een grote rol speelt

We gaan schrijven! Aan welke woorden denk jij?

We gaan werken in groepjes.

Orden de informatie!

De volgende les schrijven we een eerste versie van ons storyboard voor een vlog!

Les 2 

 Schrijven van een eerste versie

   
Ik schrijf de juiste informatie op.

Ik schrijf goede zinnen.

Ik schrijf een eerste versie van mijn storyboard.

Dit ga ik leren.

Pak je aantekeningen en post-its erbij!

Bepaal samen met je groepje wie wat gaat zeggen of doen voor de camera en schrijf dat op in het eerste vakje (de eerste scène). 

Wie

Wat

Bepaal met je groepje wat er gezegd en gedaan gaat worden. Schrijf de zinnen die gezegd gaan worden helemaal uit. Let daarbij op: 

• Ik wil met deze zin zeggen…/ vertellen dat… 
• Dus ik schrijf:... 
• Staat er nu wat ik wilde zeggen? 
• Ik stel bij door... 
• Ik moet er nog bij schrijven want dan       wordt het leuker/ duidelijker/   spannender/ logischer/… 
• Mijn zin is nu:... 
• Is deze zin goed te onthouden en uit te   spreken? (Oefen hardop.) 
• Nu wil ik ook zeggen dat… dus ik schrijf:...
• Zijn het niet te veel zinnen achter elkaar?     (Anders kan je het niet onthouden.)

 Waar staat de persoon die de tekst in de camera zegt? In de klas voor het bord? Op het schoolplein? Bij het winkelcentrum?

Waar

Waarmee

 Stel dat de persoon iets moet doen, waarmee moet hij/zij dit dan doen? Is er bijvoorbeeld een voetbal nodig? Of een hele stapel boeken? Slijm?

Hoe

Hoe gaat deze persoon de zinnen zeggen? Heel energiek, traag, blij, boos? En als de persoon iets moet doen, hoe gaat hij of zij dit dan doen? Wat is daar voor nodig? Moet er eerst geoefend worden? En hoe gaat er gefilmd worden? Is er een ruim shot nodig, of juist heel dichtbij?

Hou voor de gesproken tekst in het storyboard aan:

• Ik wil zeggen… 
• Dus ik schrijf… 
• Begrijpt mijn doelgroep dit? 
• Zeg ik wat ik wilde zeggen? 
• Is het leuk/ spannend/ logisch/ duidelijk genoeg? 
• Is het goed te onthouden en duidelijk uit te spreken?

Nu jullie!

Bedenk samen met je groepje de eerste scène.

Vergeet ook niet de andere onderdelen in te vullen! Wie, Wat, Waar, Waarmee en Hoe!

De eerste versie van het storyboard schrijven.

Wie doet wat? 
Wat wordt er gezegd (helemaal uitschrijven en let op de stappen!*) en gedaan?

Waar vindt het plaats?

Waarmee gaan jullie het doen?

En hoe wordt het gedaan/ uitgesproken/ gefilmd?

LET OP! Het hoeft nog niet perfect te zijn. In een volgende les gaan we nog herschrijven!

* De stappen:

Ik wil zeggen… Dus ik schrijf… 

Begrijpt mijn doelgroep dit?

Zeg ik wat ik wilde zeggen?

Is het leuk/ spannend/ logisch/ duidelijk genoeg?

Is het goed te onthouden en duidelijk uit te spreken?

Heb je goed gewerkt? 

Ben je tevreden? Waarom? 

In de volgende les gaan we feedback geven!

Les 3

Feedback geven en krijgen 

Ik geef feedback op het storyboard.

Ik krijg feedback op het storyboard.

Dit gaan we vandaag doen.

TIP! Het is heel handig om feedback te krijgen op iets wat je nog moeilijk vindt.

Waar wil jij graag feedback op?

Bijvoorbeeld:

Zijn doel en doelgroep duidelijk? 

Klopt de uitgesproken tekst?

Staat alle informatie in het storyboard?

Ik lees het storyboard en ga na:

Begrijp ik het? 

Begrijpt de doelgroep dit? 

Lees ik het graag? (leuk/ spannend/ logisch genoeg/…?) 

Is de hoeveelheid tekst goed uit het hoofd te leren? 

Is het te volgen als je het hardop uitspreekt? 

Is het script uitvoerbaar? (Niet dat er bijvoorbeeld echt naar een tropisch eiland gevlogen moet worden.) 

Staat alle benodigde informatie erin? 

Waar wil de schrijver feedback op? 

Wat vind ik van dat aspect in deze tekst? 

Wat is er goed aan? 

Wat zou ik anders doen? 

Ik verwoord mijn feedback vriendelijk en duidelijk zodat de ander er iets mee kan. 

Ik doe een voorstel voor verandering.

Zo geef ik stap voor stap goede feedback.

Bekijk als groepje de eerste versie van een ander groepje en geef stap voor stap feedback.

LET OP! Vraag aan het andere groepje waarop feedback gegeven moet worden.

Welke feedback heb jij gegeven? 

Hoe heb je het verwoord? 

Wat vond jij (ontvanger) van de feedback? Kun je er iets mee?

Hoe ging het geven en ontvangen van feedback?

Les 4 

Het storyboard herschrijven

Aan het eind van de les heb ik mijn storyboard 

herschreven.

Dit ga ik leren.

Zo verwerk je de gegeven feedback.

Handig! Nadat jullie de feedback verwerkt hebben, kunnen jullie aan het andere groepje vragen of de tekst beter geworden is.

Ik doe het even voor:

• Ik kreeg de feedback...
• Ik heb geschreven...
• Dus ik wil meer/ minder/ anders/ duidelijker/...
• Ik schrijf daarom..
• Is het nu beter vind ik?
• Ik vraag eventueel de leerling die feedback gaf wat die ervan vindt: is dit beter vind je?

Als je de feedback snel verwerkt hebt, kun je alvast kijken naar spelling en interpunctie.

Neem de tijd! En lees jullie storyboard nog eens goed door.

Tijd om te herschrijven!

Hoe ging het?

Hoe vonden jullie het om de feedback te verwerken?

Op welke scène ben je trots?

Les 5 

Herschrijven van je reportage.

Ik pas, wanneer nodig, de spelling en interpunctie aan.

Ik zorg dat het storyboard draaiklaar is.

Dit ga ik leren.

De leerkracht doet het voor!

Ik ga de tekst lezen en let vooral op: interpunctie/ spelling.

Ik lees en denk: klopt dit?

Als het niet klopt pas ik de geleerde spellingregels toe en ga na of er goed geschreven is.

Als het niet klopt denk ik na over de interpunctie, welke regels pas ik toe?

Maak de zin kloppend.

Check of alles klopt. Staat echt alles in het storyboard?

• Het is in het storyboard nu duidelijk wie wat zegt en doet. 
• We weten hoe die dat gaat doen en zeggen en wat daarvoor nodig is. 
• Er staat bijvoorbeeld in het storyboard dat er een blauwe stift nodig is, omdat de acteur een blauwe plek krijgt. 
• We hebben dit ook op een lijstje gezet van attributen die we bij ons moeten hebben. 
• Het is duidelijk hoe en waar we het willen filmen.

Controleer je storyboard. Maak eventueel een nette versie van je storyboard. Je kan er ook tekeningen bij maken!

Optie 1: De groepjes presenteren hun script voor de klas. Alsof er gefilmd wordt. Dit kunnen ze deze les oefenen en de volgende les presenteren (of alles in één keer).

Optie 2: De leerlingen filmen hun script tijdens de les. Hier zijn dan wel tablets, telefoons of andere camera’s voor nodig. Aan het einde van de les of een volgende les worden de vlogs klassikaal vertoond. 

Optie 3: De groepjes spreken af na schooltijd om hun script te verfilmen en in een volgende les worden al deze vlogs in de klas vertoond.

Welke optie wordt het?

Optie 1

Tijd om te oefenen...

...en presenteren maar! Nu of in de volgende les.

Optie 2

Tijd om te filmen...

...en te vertonen! Nu of in de volgende les.

Optie 3

Huiswerk! 

Spreek met je groepje af buiten schooltijd om je vlog op te nemen en laat 'm de volgende les zien!

Les 6 

Vertoning van de vlogs

Ik zie mijn eigen vlog en kan daar feedback op geven.

Ik zie de vlog van een ander en kan daar feedback op geven. 

Dit ga ik leren.

Pak de popcorn er maar bij!

En let goed op om straks feedback te kunnen geven!

Tijd voor de vlogs!

Kun jij je medeleerling op een prettige manier feedback geven?

Hoe waren de vlogs?

Benoem tenminste 1 tip en 1 top voor elke vlog!

Tot de volgende keer!