boek en film vergelijking

weektaak 47
Spelling, stijl en idioom 1 t/m 10 (PTA wk 48)
Boek 3 kiezen 
Instructie boek-filmvergelijking

1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

weektaak 47
Spelling, stijl en idioom 1 t/m 10 (PTA wk 48)
Boek 3 kiezen 
Instructie boek-filmvergelijking

Slide 1 - Slide

Wat betekent:
op de kop af?
A
precies
B
afdingen
C
ergens over nadenken

Slide 2 - Quiz

Dat is huilen met de pet op
A
goed beschermen tegen de regen
B
huilen zonder dat iemand het ziet
C
dat is heel slecht

Slide 3 - Quiz

'met de gebakken peren zitten' betekent

Slide 4 - Open question

'In mineur zijn' betekent

Slide 5 - Open question

Als je 'een gouden handdruk' krijgt, wat krijg je dan?

Slide 6 - Open question

Quizlet
spelling, stijl en idioom 
https://quizlet.com/nl/451531076/m4-idioom-taak-9-en-10-flash-cards/




Slide 7 - Slide

boek/film vergelijking blz 36
Welke overeenkomsten zijn er tussen de film en het boek?
Welke verschillen zijn er tussen het gelezen boek en de film? 
Hoe zorgt de regisseur voor spanning in de film? Camerastandpunten / muziek 
Hoe zorgt de schrijver voor spanning in het boek?
Is er verschil in vertelperspectief (film voice-over)?
Tot slot wat sprak je meer aan: de film of het boek? En waarom? 
Geef je mening over de film ( gebruik minimaal 5 beoordelingswoorden )

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Hoe zorgt de trailer van terug naar de kust dat je nieuwsgierig wordt naar de film?

Slide 10 - Open question

Van welke twee personages ga je vermoeden dat ze de dader zijn?

Slide 11 - Open question

Welke informatie krijg je over Maria?

Slide 12 - Open question

  • Opdracht boek/film 

Lever de vragen van bladzijde 36 in ( deadline donderdag 17.00u)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Spelling
Persoonsvorm tegenwoordige tijd

(binden) ... je dat zeil goed vast?

Slide 15 - Open question

Spelling
Persoonsvorm tegenwoordige tijd

(betalen) ... u altijd contant?

Slide 16 - Open question

Spelling
Schrijf de woorden waar je de ontbrekende letter bij in moet vullen op.

Op welke locatie vindt de produ_tie plaats?

Slide 17 - Open question

Spelling
Schrijf de woorden waar je de ontbrekende letter bij in moet vullen op.

Wie laat er nu zijn ruit_wissers repareren?

Slide 18 - Open question

Stijl
Vul het juiste betrekkelijk voornaamwoord in: die, dat, wat of wie.

Het plan ... jij hebt, vind ik te gevaarlijk.

Slide 19 - Open question

Stijl
Vul het juiste betrekkelijk voornaamwoord in: die, dat, wat of wie.

Dat verhaal van hem, ... jij vertelde, geloof ik niet.

Slide 20 - Open question

Idioom
Vul het juiste voorzetsel in. Kies uit: naar, met, in, onder, voor, naast, op, aan, bij, van.

Vertrouwen ... een goede afloop.

Slide 21 - Open question

Idioom
Vul het juiste voorzetsel in. Kies uit: naar, met, in, onder, voor, naast, op, aan, bij, van.

Ergens melding ... maken.

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Ik vind een mondelinge spreekbeurt moeilijk.
In deze zin is sprake van een ....
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 27 - Quiz

Aanvankelijk wilde wij in het begin volstaan met een klein feest.
In deze zin is sprake van een ....
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 28 - Quiz

Bovendien moeten jullie ook beter je best doen.
In deze zin is sprake van een ....
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 29 - Quiz

Ik was niet in staat je te kunnen bellen, want ik had geen bereik.
In deze zin is sprake van een ....
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Zij mogen zich geen fouten permitteren.
Verbeter de zin.

Slide 33 - Open question

Ik laat me niet meer met een kluitje het bos in sturen.
Verbeter de zin.

Slide 34 - Open question

Terug naar de kust
Lees het fragment in het boek   "de rat"
Bespreek de opdrachten 

Kijk de eerste drie scenes...

De scene van de rat begint in de 17e minuut 

Slide 35 - Slide

Hoe wordt er spanning opgewekt, wanneer je de titels te zien krijgt?

Slide 36 - Open question

Hoe is de relatie tussen Maria en haar zus?

Slide 37 - Open question

hoe is de relatie tussen Maria en Geert?

Slide 38 - Open question

Welk fragment is er tussen het fragment en de filmscene die van het fragment is gemaakt?

Slide 39 - Open question

Hoe reageert de politieman als Maria aangifte doet?

Slide 40 - Open question

Van welke twee personages ga je vermoeden dat ze de dader zijn ?

Slide 41 - Open question