fahren Wien

Wien

1 / 30

Slide 1: Slide

DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 89 min

Items in this lesson

Wien

Slide 1 - Slide

leerdoel

aan het eind van de les weet je weer hoe je het werkwoord fahren gebruikt.

je kunt informatie begrijpen over bezienswaardigheden in Wenen.

Slide 2 - Slide

vult de juiste werkvorm van fahren in..

Das Auto .... zu schnell.

Slide 3 - Mind map

vult de juiste werkvorm van fahren in..

Ich...zum Fussballtraining

Slide 4 - Mind map

vult de juiste werkvorm van fahren in..

... du Fahrrad?

Slide 5 - Mind map

vult de juiste werkvorm van fahren in..

Ihr ...gern nach Deutschland.

Slide 6 - Mind map

wollen

ich will

du willst

er/sie/es will

wir wollen

ihr wollt

sie /Sie wollen

Slide 7 - Slide

vult de juiste werkvorm van wollen in..

Meine Geschwister...ein eigenes Zimmer haben.

Slide 8 - Mind map

vult de juiste werkvorm van wollen in..

Meine Geschwister...ein eigenes Zimmer haben.

Slide 9 - Mind map

vult de juiste werkvorm van wollen in..

Ich ... etwas trinken

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Slide

Vertaal de woorden in het Duits.

1 naar Italië –

Liam reist.....

Slide 12 - Slide

Vertaal de woorden in het Duits.
1 naar Italië –
Liam reist.....

Slide 13 - Mind map

Vertaal de woorden in het Duits.
2 naar Spanje –
Mila fährt....

Slide 14 - Mind map

Vertaal de woorden in het Duits.
3 naar Turkije –
Ayfer fliegt....

Slide 15 - Mind map

Vertaal de woorden in het Duits.
4 naar Frankrijk –
Anna fährt.....

Slide 16 - Mind map

Vertaal de woorden in het Duits.
5 naar Nederland –
Ida und Max fahren......

Slide 17 - Mind map

Vertaal de woorden in het Duits.
6 naar Marokko –
Meine Eltern fliegen.....

Slide 18 - Mind map

Vertaal de woorden in het Duits. gebruik de redemittel blz 142
1.Waar ga jij in de vakantie naar toe?
Wohin.....

Slide 19 - Mind map

Vertaal de woorden in het Duits. gebruik de redemittel blz 142

2 ik reis naar Engeland.
Ich reise ......

Slide 20 - Mind map

Vertaal de woorden in het Duits. gebruik de redemittel blz 142

3 wat wil je doen?
....?

Slide 21 - Mind map

Vertaal de woorden in het Duits. gebruik de redemittel blz 142

4. Ik wil naar de dierentuin gaan.
Ich wil....

Slide 22 - Mind map

Vertaal de woorden in het Duits. gebruik de redemittel blz 142

5. Ik vertel jullie over mijn reisplannen.
Ich erzähle euch....

Slide 23 - Mind map

Vertaal de woorden in het Duits. gebruik de redemittel blz 142

6. ik verheug me er al op.

Slide 24 - Mind map

luister naar de audio Ferien

Slide 25 - Slide

Maja gaat in de vakantie naar

Belgie

Nederland

Duitsland

Slide 26 - Quiz

Maja gaat .....

Bezienswaardigheden bezoeken

naar het strand

naar de stad

Slide 27 - Quiz

Finn gaat in de vakantie

volleyballen en zwemmen

mountainbiken en tennissen

Slide 28 - Quiz

www.wdrmaus.de

Slide 29 - Link

zelf maken:

opdracht 2 blz 106

Slide 30 - Slide