This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Vriendschappen en Interpersoonlijke Relaties
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je verschillende soorten vriendschappen identificeren. Aan het einde van de les kun je de kenmerken van vriendschappen en persoonlijke relaties analyseren. Aan het einde van de les kun je de verschillen en overeenkomsten tussen vriendschappen en persoonlijke relaties beschrijven.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Wat weet je al over vriendschappen en persoonlijke relaties?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Vriendschappen en Persoonlijke Relaties
Dit verhaal gaat over verschillende vriendschappen en persoonlijke relaties.
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
De aard van vriendschappen
Vriendschap: een relatie tussen twee personen die elkaar goed kennen en graag bij elkaar zijn.
Slide 5 - Slide
This item has no instructions
Verschillen en overeenkomsten tussen vrienden
Rebecca heeft één goede vriend die heel anders is dan zij. Frankie en zijn vrienden houden allemaal van voetbal. Sandy ontmoette haar vriend in India en ze hebben één ding gemeen. Rachel's vriend maakt haar aan het lachen. Frankie koopt dingen voor zijn vrienden. Sandy en Rebecca waarderen humor in hun vrienden. Frankie heeft geen vriendin.
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
De invloed van persoonlijke relaties op individuen
Persoonlijke relatie: een relatie tussen mensen die nauw met elkaar verbonden zijn, het kan een vriendschap of romantische relatie zijn.
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Samenvatting
Vriendschap: relatie tussen twee personen die elkaar goed kennen en graag bij elkaar zijn. Persoonlijke relatie: relatie tussen mensen die nauw met elkaar verbonden zijn, het kan een vriendschap of romantische relatie zijn.
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 9 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 10 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 11 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.