Mavo 3 week 50

1 / 28
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning for today
Discussing the plans and goals 
5 minutes
Explanation grammar 
15 minutes
Work on assignments
15 minutes 
Reflection 
5 minutes
Homework: Finish I Writing and Grammar + study irregular verbs category 1,2,3,4,5,6

Slide 2 - Slide

Modal Verbs



Slide 3 - Slide

Modal verbs

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Listen to the songs in the next video. Make a note of the modal verbs you hear. How many do you hear? Answer in the slide after the songs.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Songs in video. Answer here.How many modal verbs did you hear and which ones?

Slide 8 - Open question

Can & Be able to
1. Als je wilt zeggen dat iemand iets kan kun je can of be able to gebruiken.
2. Als je praat over vaardigheden dan gebruik je can, cannot en can't
3. Als je wilt zeggen dat iemand in staat is om iets te doen bijvoorbeeld naar een feestje gaan.
Zinnen met be able to zijn formeler dan can
4. als je wilt zeggen dat iemand iets kon gebruik je was / were able to + hele werkwoord.

Slide 9 - Slide

I ___ swim very well.
A
can
B
am able to
C
be able to

Slide 10 - Quiz

I ___ come to your party tonight.
A
can
B
am able to
C
is able to
D
are able to

Slide 11 - Quiz

Must, have to, should, ought to
1. Should (not) + hele werkwoord als jij vindt dat iets (niet) zou moeten. Je geeft advies of raadt iets af.
2. must (not) + hele werkwoord als jij vindt dat iets (niet) moet. Krachtiger dan should.
3. has to / have to + hele werkwoord om zekerheid, noodzaak of verplichting uit te drukken. Iets moet van iemand anders
4. ought to + hele werkwoord om advies te geven, als iets moet, als iets gedaan zou moeten. Deze is erg formeel.

Slide 12 - Slide

You ___ do your homework.
A
must
B
have to
C
should

Slide 13 - Quiz

It's a hospital. You ... smoke.
A
must not
B
don't have to
C
should not

Slide 14 - Quiz

I think you ___ do your homework.
A
should
B
have to

Slide 15 - Quiz

He ___ do that yesterday.
A
was not able to
B
were not able to
C
could not able to

Slide 16 - Quiz

Let's get to work!
  • werkpad, week 50
  • I writing and grammar
  • do all assignments

  • finished
  • study irregular verbs
  • study theme words + watching 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Planning for today
Discussing the plans and goals 
5 minutes
Explanation personal letter 
10 minutes
Socrative irregular verbs 
5 minutes
Working for yourself 
15 minutes 
Reflection 
5 minutes
Homework: Hand in personal letter in "inlevermap" + study irregular verbs cat 1,2,3,4,5,6,7,8 + study theme words + watching
Goal: After this lesson you know how to try and write a personal letter in English 

Slide 19 - Slide

Hoe schrijf ik een persoonlijke brief in het Engels? 
Hoe ziet de brief eruit?
 


Eigen adres
Naam en adres geadresseerde
Datum
Aanhef
Alinea’s
Slotzin
Afsluiting







Slide 20 - Slide

Burg. Elzenweg 8
2245 HP Naaldwijk
The Netherlands

Rachel Collins
12 Barking road
45JV33 London
Great Britain

13th of May 2013




Dear Rachel,

Alinea 1

Alinea 2

Alinea 3

I hope to hear from you soon!

Kind regards,
Name










Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Zo kun je iets zeggen dat je naar, vervelend of jammer vindt

• I am sorry to hear that you are in hospital
          Wat naar om te horen dat je in het ziekenhuis ligt
• It’s a pity that you can’t come to Holland.
          Wat jammer dat je niet naar Nederland kunt komen
• What a pity that you failed your exam.
          Wat jammer dat je bent gezakt voor je examen.



Slide 23 - Slide

Zo kun je iemand beterschap wensen

 

1. Get wel soon!
2. I hope you will get well soon
3. I hope you will soon recover

Zo kun je iemand de groeten te doen

1. Kind regards
    Hartelijke groeten
2. Give my regards to your family
     De hartelijke groeten aan je familie
3. Give my best wishes to your wife
    Doe je vrouw de groeten
4. Give my love to your sister (alleen         bij hele goede vrienden of familie)
     Veel liefs aan je zus




Slide 24 - Slide

Persoonlijke brief oefening 1
Lees de opdracht goed. 
Zorg dat alle punten in je brief zitten. 
Let op hoofdletters en punten en komma's. 
Let op opbouw van de brief (conventies). 

Lever in: inlevermap teams
VOOR DI 21-12

Slide 25 - Slide

Work for yourself

  1. Write personal letter (hand in before 21-12 -> teams inlevermap) 
  2. Study irregular verbs category 1,2,3,4
  3. Be prepared for another Socrative!
  4. study theme words + watching 

Slide 26 - Slide

Let's wrap it up
  • Goal: after this lesson you know how to try to write a personal letter in English
  • Do you? 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide