This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Voortstuwende kracht
Wrijvingskracht
Spierkracht
Tegenwerkende kracht
Weerstand
Slide 1 - Drag question
Welk begrip hoort bij deze afbeelding?
A
Vertraging
B
Weerstand
C
Traagheid
D
Arbeid
Slide 2 - Quiz
Als de voortstuwende kracht kleiner is dan de tegenwerkende kracht is de beweging:
A
Constant
B
Versneld
C
Vertraagd
D
Achteruit
Slide 3 - Quiz
Als de voortstuwende kracht groter is dan de tegenwerkende kracht is de beweging:
A
Versneld
B
Achteruit
C
Vertraagd
D
Constant
Slide 4 - Quiz
Een verhuizer duwt met 400N tegen een kast van 120kg. De kast komt niet van zijn plaats. Hoe groot is de Nettokracht?
A
400N
B
0N
C
1200N
D
48000N
Slide 5 - Quiz
Een auto van 1000kg remt af met een vertraging van 2m/s2. Hoe groot is de remkracht?
A
2000N
B
500N
C
4000N
D
250N
Slide 6 - Quiz
Om een kar vooruit te trekken moet een paard energie leveren. Hoe wordt deze energie genoemd?
A
Spierkracht
B
Spierenergie
C
Arbeid
D
Voortstuwende energie
Slide 7 - Quiz
Een Joule is gelijk aan een .......
A
N/kg
B
N/m
C
m/N
D
Nm
Slide 8 - Quiz
Verbind de juiste grootheden met de juiste eenheden.
Druk (p)
gravitatie constante (g)
Arbeid (W)
N/m2
Nm
N/kg
Slide 9 - Drag question
Een lift beweegt versnelt omhoog.
Een lift beweegt naar beneden met constante snelheid
Fz > Fspan
Fz = Fspan
Fspan > Fz
Slide 10 - Drag question
Een lift hangt stil
Een lift beweegt versnelt omlaag.
Fz > Fspan
Fz = Fspan
Fspan > Fz
Slide 11 - Drag question
Een kraan moet 0,8kN leveren om een kist 4m op te tillen. Hoe groot is de geleverde Arbeid?
A
200J
B
3200J
C
0,2J
D
3,2J
Slide 12 - Quiz
Een mier tilt een blaadje 4mm omhoog met een kracht van 0,002N Hoe groot is de geleverde Arbeid?
A
0,000 008J
B
0,008J
C
0,000 08J
D
0,000 8J
Slide 13 - Quiz
Goed
Fout
F = m * a
W = F / s
W = F * s
F = m / a
W = F * a
F = m * s
Slide 14 - Drag question
Hoe langer de remweg, hoe ....... de kracht bij een botsing.
A
groter
B
kleiner
Slide 15 - Quiz
De ....... van een auto deukt in bij een botsing. Noteer het juiste woord.
Slide 16 - Open question
Wat is geen functie van een veiligheidsgordel?
A
Je remweg verlengen
B
De oppervlakte van de kracht vergroten
C
Voorkomen dat je uit de auto vliegt.
D
Zorgen dat je sneller stil staat.
Slide 17 - Quiz
Welke energiesoort heeft de bal bovenaan de helling en vlak voordat hij de grond raak?
Arbeid
Warmte
Chemische energie
kinetische energie
Zwaarteenergie
Slide 18 - Drag question
Je staat in een bus. Als de bus hard remt, val je naar voren. Welk natuurkundig begrip veroorzaakt dit?
Slide 19 - Open question
Een auto met aanhanger rijdt rechtdoor met hoge snelheid over de weg. De auto wijkt plotseling uit naar links waardoor de aanhanger vlak voor de bocht los komt. Waar komt de aanhanger terecht?