Les 2 Politiek-juridisch dimensie

1 / 21
next
Slide 1: Slide
Politiek-juridische dimensie toetsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Opdracht 
Zoek in groepjes van 3 informatie over de volgende politieke partijen, je kiest er 1 per groepje.
Daarbij benoem je de standpunten van de partij en wat jouw mening is over de partij.  Tijd: 15 min minuten. 


Slide 3 - Slide

Wie heeft of hebben de macht in een democratie
A
Burgers
B
De koning of koningin
C
De tweede kamer
D
De rechter

Slide 4 - Quiz

Combinatie van partijen die keuze maken om samen te gaan werken na de verkiezingen noemen we
A
kabinet
B
coalitie
C
regering
D
vergaderen

Slide 5 - Quiz

Als er een probleem is in Nederland moet daar een oplossing voor komen. Meestal gebeurt dit met ....
A
Boycotten
B
nieuwe wetgeving
C
een nieuwe grondrecht
D
verkiezingen

Slide 6 - Quiz

Welke onderdeel staat er niet op een stembiljet
A
kandidaten
B
lijstrekker
C
partijnaam
D
zetelverdeling

Slide 7 - Quiz

uitspraak:
"het individu is belangrijker dan de samenleving als geheel"
Bij wat voor partij past deze uitspraak?
A
Groene partij
B
BBB
C
Rechtse partij
D
Linkse partij

Slide 8 - Quiz

De overheid heeft plannen. Stel jij vindt het slechte plannen. Je schrijft een brief en verzamelt handtekeningen. Bij meer dan 40.000 handtekeningen moet de tweede kamer het bespreken. Welk begrip past hierbij
A
petitie
B
protesteren
C
staken
D
Lobbyen

Slide 9 - Quiz

In een rechtsstaat.......
A
zijn burgers niet beschermd tegen macht van de staat
B
mogen burgers stemmen over wie de macht heeft
C
moet de overheid en burgers zich aan de wet houden
D
moet de overheid voor de burgers zorgen

Slide 10 - Quiz

Als je overtreding of misdaad hebt begaan, krijg je te maken met het....
A
strafrecht
B
civiel recht
C
grondrecht
D
bestuursrecht

Slide 11 - Quiz

Wie heeft of hebben de macht in een democratie
A
Burgers
B
De koning of koningin
C
De tweede kamer
D
De rechter

Slide 12 - Quiz

Combinatie van partijen die keuze maken om samen te gaan werken na de verkiezingen noemen we
A
kabinet
B
coalitie
C
regering
D
vergaderen

Slide 13 - Quiz

Als er een probleem is in Nederland moet daar een oplossing voor komen. Meestal gebeurt dit met ....
A
Boycotten
B
nieuwe wetgeving
C
een nieuwe grondrecht
D
verkiezingen

Slide 14 - Quiz

Welke onderdeel staat er niet op een stembiljet
A
kandidaten
B
lijstrekker
C
partijnaam
D
zetelverdeling

Slide 15 - Quiz

uitspraak:
"het individu is belangrijker dan de samenleving als geheel"
Bij wat voor partij past deze uitspraak?
A
Groene partij
B
BBB
C
Rechtse partij
D
Linkse partij

Slide 16 - Quiz

De overheid heeft plannen. Stel jij vindt het slechte plannen. Je schrijft een brief en verzamelt handtekeningen. Bij meer dan 40.000 handtekeningen moet de tweede kamer het bespreken. Welk begrip past hierbij
A
petitie
B
protesteren
C
staken
D
Lobbyen

Slide 17 - Quiz

In een rechtsstaat.......
A
zijn burgers niet beschermd tegen macht van de staat
B
mogen burgers stemmen over wie de macht heeft
C
moet de overheid en burgers zich aan de wet houden
D
moet de overheid voor de burgers zorgen

Slide 18 - Quiz

Grondwet=grondrecht. Als je recht hebt op uitkering en je krijgt het niet. Welke recht wordt dan geschonden
A
Recht op gelijke behandeling
B
Recht op sociale zekerheid
C
Recht op lichamelijke integriteit
D
recht op economische zekerheid

Slide 19 - Quiz

Als je overtreding of misdaad hebt begaan, krijg je te maken met het....
A
strafrecht
B
civiel recht
C
grondrecht
D
bestuursrecht

Slide 20 - Quiz

vrijheid van meningsuiting heeft grenzen. De rechter bepaald
of je een grens over bent gegaan. Hij kijkt daarbij naar wat je hebt gezegd. Waar kijkt hij nog meer naar?
A
De omstandigheden waarin je hebt gezegd.
B
Of je wel of niet een bekende Nederlander bent.
C
Of je het alleen hebt gezegd of ook geschreven
D
Of je het al een keer vaker hebt gezegd.

Slide 21 - Quiz