This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Kloktijden in het Frans
=> In het Frans begin je met het hele uur/de hele uren
=> Daarna zeg je hoeveel minuten erbij of eraf moeten
=>Je begint altijd met het uur waar je het dichtst bij bent (tot en met het halve uur begin je met het uur waar je vandaan komt, na het halve uur begin je met het uur waar je naartoe gaat)
Slide 2 - Slide
Les heures - half
Quelle heure est-il?
il est une heure et demie
il est deux heures et demie
il est trois heures et demie
etc.
Slide 3 - Slide
Les heures - kwart over
Quelle heure est-il?
il est une heure et quart
il est deux heures et quart
il est trois heures et quart
etc.
Slide 4 - Slide
Les heures - kwart voor
il est une heure moins le quart
il est deux heures moins le quart
il est trois heures moins le quart
etc.
Slide 5 - Slide
Klokkijk vocabulaire
Il est = het is
une heure = één uur
trois heures = drie uur
et quart = en een kwartier/ kwart over
et demie = en een half (uur)
moins le quart = minder een kwartier/kwart voor
Il est midi = het is 12 uur ‘s middags
Il est minuit = het is 12 uur ‘s nachts
Slide 6 - Slide
Il est midi
A
Het is middag
B
Het is 12 uur 's middags
C
Het is 5 uur
D
Het is 12 uur 's nachts
Slide 7 - Quiz
Il est huit heures et quart
A
Het is 8 uur
B
Het is 10 over 8
C
Het is kwart over 8
D
Het is kwart voor 8
Slide 8 - Quiz
Il est cinq heures et demie.
A
Het is half 5
B
Het is 5 uur
C
Het is kwart over 5
D
Het is half 6
Slide 9 - Quiz
Il est huit heures.
Il est dix heures et demie.
Il est onze heures et quart
Il est onze heures moins le quart.
Il est une heure.
Slide 10 - Drag question
Wat is de goede vertaling van: Het is kwart voor 2
A
Il est deux heures et quart.
B
Il est une heure moins le quart.
C
Il est deux heures moins le quart.
D
Il est trois heures.
Slide 11 - Quiz
Wat is de goede vertaling van: Het is kwart over 5