Herhaling H5 - 3A -§3 & 4

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Vanaf wanneer spreken wij over iemand met een migratieachtergrond?

1. wanneer geen van de ouders uit het buitenland komt
2. wanneer beide ouders uit het buitenland komen
3. wanneer een oom of tante uit het buitenland komt
4. wanneer een van de ouders uit het buitenland komt

Noem twee demografische gevolgen van migratie voor het bestemmingsgebied.

Arbeidsmigratie kan leiden tot een braindrain in de herkomstgebieden. Hoe dan?

1. Goed opgeleide mensen gaan werken in het buitenland
2. Goed opgeleide mensen komen naar jouw land
3. Mensen die ergens anders hebben gestudeerd keren terug.
4. Goed geschoold personeel gaat dáár werken waar het werk is.

Multiculturele samenleving

segregatie

acculturatie

integratie

Migranten en niet-migranten nemen cultuurelementen van elkaar over

Het hebben van verschillende culturen binnen een samenleving die met elkaar samenleven

Het (ruimtelijk) gescheiden leven van groepen mensen

Proces waarbij door contacten met een andere cultuur de bestaande zich iets aanpast

Zet de volgende migrantengroepen in volgorde van komst naar Europa.
1 Gastarbeiders uit Turkije, Marokko, Algerije, Tunesië naar Noordwest-Europa
2 Polen naar Duitsland
3. Asielzoekers uit het Midden-Oosten naar verschillende landen in Europa
4 Gastarbeiders uit Turkije, Marokko, Algerije en Tunesië naar Zuid-Europa
5 Mensen uit Pakistan en India naar het Verenigd Koninkrijk

1. 5 - 1 - 3 - 2 - 4
2. 4 - 5 - 1 - 2 - 3
3. 5 - 1 - 4 - 2 - 3
4. 3 - 5 - 1 - 3 - 2

Hoe verhoudt het begrip vluchteling zich tot het begrip asielzoeker?

1. Alle asielzoekers zijn vluchtelingen.
2. Niet alle vluchtelingen zijn asielzoekers.
3. Als je asielzoeker bent, ben je geen vluchteling
4. Als je vluchteling bent, ben je geen asielzoeker

Bekijk de leerdoelen, beheers je ze allemaal?
1. Wat zijn in de bestemmingsgebieden de positieve en negatieve gevolgen van migratie?
2. Hoe kunnen segregatie en integratie invloed hebben op de samenleving?
3. Welke groepen migranten zijn naar Europa gekomen?
4. Waarom verschilt het migratiepatroon van arbeidsmigranten en van vluchtelingen?

Ja, deze vragen kan ik zonder in mijn boek te kijken beantwoorden

Ik kan de vragen beantwoorden, maar ik heb nog moeite met het juist formuleren van een antwoord bij vragen.

Ik kan de vragen beantwoorden, maar als ik een bron of een plaatje moet uitleggen gaat dat nog niet soepel.

Ik moet in mijn boek kijken om de vragen te kunnen beantwoorden, maar ik weet wel waar de vragen over gaan

Ik weet niet waar de vragen over gaan en moet nog veel aandacht besteden aan deze paragraaf