Blits herhaling

Blits herhaling 
Ik laat tijdens de grote Blits kennisquiz zien dat ik alle doelen uit les 1 tot en met 4 beheers!
1 / 31
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Blits herhaling 
Ik laat tijdens de grote Blits kennisquiz zien dat ik alle doelen uit les 1 tot en met 4 beheers!

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog uit de vorige lessen? (Over de onderwerpen: Teksten, kaarten, circkelgrafieken en betrouwbaarheid van informatie op het internet)

Slide 2 - Open question

Lees “De bewoners van Canada”

Slide 3 - Slide

Lees “Teksten”
Waarom is het handig dat je weet hoe je een goede samenvatting maakt? 

Slide 4 - Slide

Waarom is het handig dat je weet hoe je een goede samenvatting maakt?

Slide 5 - Open question

Lees “Kaarten”
Door kaarten met elkaar te vergelijken, kun je dingen verklaren. Als je op een kaart ziet dat er in een bepaald gebied veel mensen wonen met welke kaart zou je dat dan kunnen verklaren? 

Slide 6 - Slide

Met welke kaart kun je dat dan verklaren?
Een staatkundige kaart
Een natuurkundige kaart
Een thematische kaart

Slide 7 - Poll

Lees “Cirkelgrafieken”

Slide 8 - Slide

Een cirkelgrafiek is voor een kwart gekleurd hoeveel procent is dat?

A
30%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 9 - Quiz

Een cirkelgrafiek is voor de helft gekleurd hoeveel procent is dat?

A
85%
B
25%
C
75%
D
50%

Slide 10 - Quiz

Je kunt cikelgrafieken gebruiken om cijfers over landen te vergelijken. Leg uit hoe dat werkt. (Gebruik in je antwoord “Hoe meer kinderen er in een land zijn, hoe armer het land is)

Slide 11 - Open question

Lees “Betrouwbaarheid van informatie op het internet”

Slide 12 - Slide

Een betrouwbare website

Slide 13 - Mind map

Een minder betrouwbare website

Slide 14 - Mind map

Wat kan er gebeuren als je onbetrouwbare informatie van het internet gebruikt? (Denk aan het verhaal van de Orbeez)

Slide 15 - Open question

Wat is de belangrijkste informatie in de eerste alinea? Twee antwoorden zijn goed
A
Canada is het een na grootste land ter wereld.
B
Toch wonen er maar zo’n 38 miljoen mensen.
C
Nederland is 240 keer kleiner.
D
Nederland heeft ruim 17 miljoen inwoners.

Slide 16 - Quiz

Waarom zijn de andere twee antwoorden niet goed?

Slide 17 - Slide

De drie belangrijkste woorden van de tweede alinea.

Slide 18 - Mind map

Aan de slag!
Maken: opdracht 1, 2, 3 en 4 en nakijken!
timer
15:00

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Hoeveel procent van de bevolking is 65 jaar of ouder?
A
9%
B
25%
C
66%
D
85%

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Welk land is waarschijnlijk het armst?
Brazilie
India
Indonesië
Japan

Slide 23 - Poll

Slide 24 - Slide

Verklaar waarom de grote steden op deze plekken liggen.

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Link

Is dit een betrouwbare bron?
Ja
Nee

Slide 27 - Poll

Slide 28 - Link

Is dit een betrouwbare bron?
Ja
Nee

Slide 29 - Poll

Maak een goedlopend verhaal van je zinnen
Ik lees de tekst helemaal door
Ik lees de tekst opnieuw, en schrijf per alinea wat de belangrijkste woorden zijn
Ik schrijf per alinea een of twee zinnen waar de alinea over gaat

Slide 30 - Drag question

Wat vind jij nog lastig? (Doelen uit les 1 tot en met 5)

Slide 31 - Open question