Marloes neemt drinken mee. Levi zorgt voor de broodjes.
A
2 losse zinnen
B
1 samengestelde zin
Slide 26 - Quiz
Staat er in elke zin een voegwoord?
A
Ja, die staat in alle zinnen.
B
Nee, alleen in een samengestelde zin.
Slide 27 - Quiz
Wat voor zin is dit?
Ik heb de bus gemist. Nu moet ik wachten.
A
twee losse zinnen
B
samengestelde zin
Slide 28 - Quiz
a) Je kunt ten allen tijde bij je mentor studieadvies vragen. b) Linde krijgt een nieuwe fiets en een nieuwe iPhone.
A
a en b zijn enkelvoudige zinnen
B
alleen a is een samengestelde zin
C
alleen b is een samengestelde zin
D
a en b zijn samengestelde zinnen
Slide 29 - Quiz
Waaruit kan een samengestelde zin bestaan?
A
hoofzin en bijzin
B
zinnen
C
geen idee
D
een of meerdere hoofdzinnen en/of een of meerdere bijzinnen
Slide 30 - Quiz
Wat voor zin is dit?
Ik zit op de bank, terwijl ik mijn huiswerk maak.
A
twee losse zinnen
B
samengestelde zin
Slide 31 - Quiz
Als je samengestelde zinnen maakt ...
A
Gebruik je een puntkomma.
B
Gebruik je een dubbele punt.
C
Gebruik je verbindingswoorden.
D
Gebruik je signaalwoorden.
Slide 32 - Quiz
Welke zinnen zijn samengestelde zinnen?
A
Nu is een selfie in een seconde gepiept, maar is het resultaat daarom minder waard?
B
Tijdens het Museumweekend presenteerde de organisatie het allereersteSelfiemuseum.
C
Geen van beide
Slide 33 - Quiz
Geef aan of de volgende zinnen enkelvoudig of samengesteld zijn. Als de zin samengesteld is, geef dan aan of de zin onderschikkend of nevenschikkend is.
enkelvoudig
een enkelvoudige zin heeft maar één persoonsvorm. Er kunnen wel meer werkwoorden zijn. Deze werkwoorden zijn samen onderdeel van het gezegde (werkwoordelijk of naamwoordelijk)
EV
samengesteld
een samengestelde zin heeft twee (of meer) persoonsvormen.
Verander de zin van tijd om te zien wat de persoonsvormen zijn.
Een samengestelde zin is nevenschikkend of onderschikkend.
Nevenschikkend: twee hoofdzinnen (voegwoorden: en, maar, want, of)
Onderschikkend: hoofdzin en bijzin(nen) (HZ-BZ of BZ-HZ). Onderwerp en persoonsvorm staan in de bijzin uit elkaar of kunnen uit elkaar geplaatst worden door het woordje niet ertussen te plaatsen.
SG
enkelvoudige zin
samengestelde zin
nevenschikkend
samengestelde zin
onderschikkend
Tijdens de voetbalwedstrijd mogen de supporters niets drinken op de tribune.
Hoewel het kampioenschap de club niet meer kon ontgaan, bleef de trainer zenuwachtig voor de wedstrijd.
De uitblinkende middenvelder wilde nog niet zeggen of hij nog een jaar blijft.
De supporters hopen dat hij besluit nog een jaar bij hun club blijft.
Hij heeft het enorm naar zijn zin, maar een avontuur is ook interessant.
De trainer blijft nog een seizoen of hij gaat toch met pensioen.
Slide 34 - Drag question
Welke zinnen zijn samengestelde zinnen en welke niet (enkelvoudige zin)?
enkelvoudige zin
samengestelde zin
Nadat het onweer was losgebarsten, viel de elektriciteit uit.
Vanwege de vele vliegen zet ik de taart maar even binnen.
Voor de zomervakantie gaan we een dagje naar Walibi.
Youri wordt voetballer of hij gaat naar het mbo-groen.