- Ik kan enkelvoudige en samengestelde zinnen van elkaar onderscheiden.
- Ik weet wat een hoofdzin is en kan deze herkennen.
- Ik weet wat een bijzin is en kan deze herkennen.
- Ik weet wat een hoofdzin is en kan deze herkennen.
- Ik herken de verschillende soorten samengestelde zinnen.
- Ik kan zelfstandig een samengestelde zin formuleren.