sc en im injecteren

Injecteren sc en im
1 / 46
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Injecteren sc en im

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

doelen: 

na deze les ben ik bekend met de theorie rondom injecteren.
Na deze les heb ik geoefend met het subcutaan injecteren.
Na deze les heb ik geoefend met IM injecteren.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

wat is injecteren?
  • een naald in onderliggend weefsel inbrengen me als doel; 
medicatie toedienen . 
  • Door middel van steriele spuit, steriele holle naald.




Slide 3 - Slide

Parenteraal is de toedieningsvorm van geneesmiddelen of voeding anders dan via het maag-darmstelsel (enteraal).

 Parenterale toedieningsvormen zijn bijvoorbeeld: injectie (subcutaan, intradermaal, intramusculair)
Welke methoden van injecteren ken je?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

INJECTIE METHODEN
  1. Intracutaan ------ in de huid (ic)
  2. Subcutaan -------onder de huid (sc)
  3. Intra musculair --in de spier (im)
  4. Intra veneus ---- in de ader (iv)
  5. Intra-arterieel --- in de slagader(ia)



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Waarom injecteren?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

indicaties 

Sommige medicijnen kunnen of mogen niet oraal worden ingenomen omdat:

ze door spijsverteringssappen onwerkzaam worden gemaakt
ze de maag- of darmwand niet kunnen passeren
de cliënt bewusteloos is
de cliënt slikstoornissen heeft
de cliënt alles uitbraakt
een snelle werking noodzakelijk is.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Nadelen van injecteren
  • onprettig ervaring om geprikt te worden
  • injecteren moet je leren of een ander moet dit doen
  • medicatie berekenen is niet altijd makkelijk
  • te veel of te heftig reageren op medicatie

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Regels bij toedienen:

roep maar !

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Regels bij toedienen
  • Hoe staat de zorgvrager tegenover het medicijn, m.a.w. is de zorgvrager goed ingelicht over de procedure.
  • Wat weet de zorgvrager over het medicijn? (1ste keer of al vaker, bijwerkingen).
  • Wat kan je nog uitleggen over de handeling?
  • Zijn er lichamelijke bijzonderheden

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Je prikt niet in:

  • gebied met oedeem/trombose;
  • verlamde ledematen;
  • ledematen met infuus of shunt;
  • te opereren of geopereerd gebied;
  • ontstoken gebied;
  • wondjes of eczeem;
  • het gebied rond een stoma;
  • bestraald gebied.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

complicaties bij injecteren
  • allergische reactie (huiduitslag tm shock)
  • duizeligheid / flauwvallen 
  • hematoom 
  • afbreken naald 
  • prik accident
  • verbind weefseling (vaak op dezelfde plek injecteren) 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Injectiegebieden 
● buitenkant bovenarm
   ● buitenzijde bovenbeen
● buik rondom de navel
       ● billen, het bovenste deel 

max . 2-3 ml

Slide 14 - Slide

This item has no instructions


Kant en klare injectie
luchtbel niet verwijderen  
Kant en klare injecties
Luchtbel niet verwijderen

Slide 15 - Slide

De luchtbel zorgt ervoor dat alle medicatie gespoten wordt en er niets achterblijft in de naald
Voor je start
  • hand hygiëne, arm/handsieraden.
  • recept duidelijk, moet je nog iets berekenen?
  • ongestoord werken en controleur aanwezig?
  • weet je voldoende over medicijn? voorzorgsmaatregelen?
  • Welke injectie techniek?
  • juiste materialen beschikbaar ?
  • wel/ niet ontluchten?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

wat heb je nodig?
  • de toedienlijst;
  • medicijnen;
  • spuit;
  • opzuignaald;
  • watjes
  • desinfectans
  • pleisters
  • naaldencontainer

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Klaarmaken injectie
  • 5 keer juist regel (juiste medicijn, juiste zorgvrager, juiste hoeveelheid, juiste toedieningsvorm, juiste moment).
  • nauwkeurig  hoeveelheid berekenen.
  • werk zo steriel mogelijk.
  • gebruik een optrek naald en injectie naald correct.
  • trek correcte hoeveelheid op.
  • verpakking vloeistof pas na injectie in naaldencontainer.
  • verwisselen optreknaald 
  • laat medicijn, berekening inj. spuit met medicijn controleren door collega.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

oefenen sc
loodrecht en
45 graden


hergebruik de naalden ! dus niet dichtklappen.

opdracht:
je geeft de client 1,3 ml  medicatie laat je collega controleren!

timer
15:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Injectie I.M.

Intra = in 
 Musculair = spier
in het spierweefsel dus..!

Voorbehouden handeling volgens wet BIG

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken

Spieren zijn goed doorbloed, er lopen dus veel bloedvaten. Dit zorgt voor gemakkelijke en snelle opname van het medicijn (binnen 15 - 20 min).
 

Injecteren in de spier kan pijnlijk zijn. Help de patiënt de spier te ontspannen.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Waar ?
  • Grote bilspier
    BBB --> Bovenste Buitenste Bil kwadrant  
  • Dijbeenspier
    Boven buitenkant bovenbeen 
  • Deltaspier
    Zijkant bovenarm
    (voornamelijk vaccinaties)

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

nadelen I.M. injecteren
  • Beschadigingen van
        - Zenuwbanen (foute locatie)
        - Bloedvaten (foute locatie)
        - Botweefsel (verkeerde type naald)

  • Angstig / spanning

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Injectietechniek:
loodrecht-techniek 90 graden
rangeer-techniek 90 graden

Bloedvat controle 
Medicatie langzaam injecteren 

let op de max hoeveelheid ml !!

Slide 25 - Slide

Rangeertechiek gebruik je om te voorkomen dat medicatie terug stroomt in het onderhuidse weefsel. Kan pijn of beschadiging veroorzaken
Intra Musculair hoe?
Rangeer/Z-techniek:
Voorkomt terugvloeien vloeistof​
Huid 2-3 cm. zijwaarts schuiven​
Na injecteren 10 sec. wachten voor je de naald eruit haalt​
Huid vast houden tot naald eruit is​

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Aandachtspunten
  • Aspireren = terugtrekken van de zuiger om te controleren of je niet in een bloedvat zit​ . Alleen als je in de bil spuit!
  • Ontsmetten?
  • Spuit aanpassen aan hoeveelheid: bv: geen 2 ml in 10 ml spuit.
  • Injecteer in hetzelfde gebied maar wissel wel van plek



Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Complicaties?
Weefselnecrose
Niet de juiste diepte (bot/ondiep)
Misselijkheid
Aanprikken bloedvat (BIL aspireren)
Aanprikken grote beenzenuw

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
opdracht: spuit 2,5 ml im medicatie in de spier. laat je collega controleren

timer
15:00

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Subcutaan infuus 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Een indicaties voor subcutane infusie kan zijn dat:

"de medicijnen .................. moeten worden toegediend"
A
Zeer geleidelijk
B
Heel snel
C
Intermitterend
D
Voor lange tijd

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Subcutaan infuus
Bij een subcutaan infuus worden vocht of medicijnen toegediend onder de huid.

Vertaling vanuit het Latijns:
Sub = onder
Cutis = huid

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Insuflon/vlindernaald

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Plaats bepalen
  • bovenbeen
  • buik (minimaal 4 vingerbreedtes van de navel
  • bovenarm
  • onder het sleutelbeen
  • flank

- Roteren met prikplaats
- Fixeren met een infuuspleister

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Subcutaan infuus verzorgen
  • Controleer de insteekplaats dagelijks op verschijnselen die kunnen duiden op een lokale infectie: Roodheid, zwelling, pijn, warmte, functieverlies.


  • Gebruik de no-touch-methode.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Vleugelnaald (Vlindernaald):
  • Naald heeft twee flexibele vleugels die het plaatsen/vastmaken vergemakkelijken.
  • Naald is voorzien van verlengslang met luerlock (infuussysteem past erop!).


Kunststofcanule:
  • Zijn buigzaam.

  • Net als bij perifere infusen bevat de canule een opvoernaald die je verwijderd na het inbrengen.

  • Wordt gebruikt bij behandeling die meerdere dagen duurt, omdat de naald niet blijft zitten.
Voor je prikt ontlucht je het slangetje en de naald met NaCl 0,9% of de medicatie.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Video

This item has no instructions

VRAGEN ???


zijn jouw lesdoelen behaald???? 
mijn vraag is: 

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Welke injecties mogen
Verzorgende-IG niet toedienen?
A
Subcutane injecties
B
Intramusculaire injecties
C
Intracutane injecties
D
Intraveneuze injecties

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Bij subcutaan injecteren, dan injecteer je ...
A
In de spier
B
in de opperhuid
C
in de lederhuid
D
in het onderhuidsweefsel

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

waar aan het lichaam mag je niet subcutaan injecteren?
A
in de buik
B
in de bovenarm
C
in de onderarm
D
in het been

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

de meeste vaccinaties spuit je
A
intra musculair
B
subcutaan

Slide 45 - Quiz

i.m. heeft meer effect dan sub cutaan
No-touch-methode
De no-touch-techniek voorkomt dat micro-organismen worden overgedragen op de cliënt tijdens het uitvoeren van handelingen.


Deze techniek gaat uit van een aantal stappen:
  1. Voorbereiding van de omgeving
  2. Risicobepaling
  3. Handhygiëne
  4. Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
  5. Materialen
  6. Voorbereiding van de cliënt
  7. Gebruik van veilige technieken


Slide 46 - Slide

This item has no instructions