Les ziek zijn en behandeling

Welkom Mavo 3

  • Terugblik vorige les 
  • Controle huiswerk hoofdstuk 7 en 8 
  • Instructie hoofdstuk 9 en 10 
  • Vragen stellen 
  • Huiswerk 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom Mavo 3

  • Terugblik vorige les 
  • Controle huiswerk hoofdstuk 7 en 8 
  • Instructie hoofdstuk 9 en 10 
  • Vragen stellen 
  • Huiswerk 

Slide 1 - Slide

Maak een foto van blz. 259

Slide 2 - Open question

Maak een foto van blz. 269.

Slide 3 - Open question

Wat is een infectie?
A
Een wond die is gaan ontsteken
B
Een ziekte die je overbrengt
C
Besmetting met een virus of bacterie

Slide 4 - Quiz

Wat zijn symptomen?

Slide 5 - Open question

Wat is een voedselvergiftiging?

Slide 6 - Open question

Koppel de ziekte aan de juiste symptomen
Benauwdheid, geirriteerde slijmvliezen
Blijvende vermoeidheid, pijn op de borst
Buikpijn en buikkrampen
Problemen met spreken en begrijpen, vergeetachtig
Verdikking of bobbel in het lichaam
Snel buiten adem raken, kortademig zijn en hoesten
Astma
COPD
Dementie
Hart- en vaatziekten
Kanker
Voedselvergiftiging

Slide 7 - Drag question

Medicijnen 


  •  Vrij verkrijgbare medicijnen; te koop bij apotheek, supermarkt, drogist en tankstation
  • Medicijnen op recept van een huisarts of specialist

Slide 8 - Slide

Medicijnen toedienen
  • Naam en geboortedatum zorgvrager
  • Naam vanhet medicijn
  • De dosering
  • De wijze van toepassing
  • Leer alle punten op blz. 311.  

Slide 9 - Slide

ICT en Zorgtechnologie
Domotica en Robotica


Domotica= Gebruik maken van automatisering/elektronische
                       aanpassingen in en om het huis.
Robotica= De wetenschap die zich bezig houdt met de theorie 
                     en de bouw van robots.

Slide 10 - Slide

Een vorm van robotica is Paro, wat is dit?
A
Een poes
B
Een papegaai
C
Een robot
D
Een zeehondje

Slide 11 - Quiz

Wat is E-health?
A
Het gebruik van met name internet om de gezondheid en gezondheidszorg te ondersteunen en te verbeteren
B
Het gebruik van met namen computers om de zorg bij een patiënt makkelijker te maken
C
Het gebruik van met name zorgmedewerkers om de psychische behoefte van de patiënt de ondersteunen
D
Het gebruik van met namen internet om de verantwoordelijk van de gezondheid bij de patiënt te laten

Slide 12 - Quiz

Waar staat EPD voor
A
Digitaal patiëntendossier
B
Patiëntendossier
C
Elektronisch patiëntendossier
D
Papieren patiëntendossier

Slide 13 - Quiz

Huiswerk 

Maak voor donderdag 1 april  hoofdstuk 9 en 10 van het boek. 
Formatieve toets hoofdstuk 1 t/m 10. 

Slide 14 - Slide