Thema 2, week 2 Les 9 en 10 Maken en materialen

Lesdoel

Ik weet wat  de nieuwe woorden over 'maken en materialen' betekenen.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Lesdoel

Ik weet wat  de nieuwe woorden over 'maken en materialen' betekenen.

Slide 1 - Slide


Onderstreep de woorden in de leestekst.

Slide 2 - Slide

het elektron
(twee elektronen)
  een klein onderdeeltje van een atoom.

Atomen bestaan  uit een positief geladen atoomkern, waar  geladen elektronen omheen draaien .


Slide 3 - Slide

de fitting
(twee fittings / fittingen)
deel van de lichtbron waar je een lamp
  in draait.

De lamp had een te kleine fitting en de gloeilamp paste niet .

Slide 4 - Slide

de generator
(twee generatoren/generators)
een apparaat dat iets maakt
  of veroorzaakt, bijvoorbeeld stroom.
Er was geen electriciteit en daarom gebruiken wij een generatro die electriciteit kan opwekken.

Slide 5 - Slide

de hoogspanning

als ergens veel elektrische spanning op staat.

.
De kabels boven een trein mag je nooit aanraken. Daar staat hoogspanning op en dat is levensgevaarlijk.

Slide 6 - Slide

de levensduur

 hoe lang je
  iets kunt gebruiken, voordat het stuk gaat.
 
De levensduur van een televisie is ongeveer 12 jaar.


Slide 7 - Slide

mechanisch
alles waar machines bij
  gebruikt worden.

Wist jij dat ze in 1820 al de eerste mechanische rekenmachine hebben uitgevonden.

Slide 8 - Slide

omzetten in
(zette om in, heeft omgezet in)

van het één iets anders maken.

Hij heeft al zijn geld in snoep omgezet.


Slide 9 - Slide

opwekken
(wekte op in, heeft opgewekt )
ervoor zorgen dat iets ontstaat,
  bijvoorbeeld energie.


Windmolens wekken energie op.

Slide 10 - Slide

de watt
(twee watts)

een eenheid om aan te geven hoeveel stroom iets verbruikt.

Hoe meer watt een lamp heeft hoe feller hij schijnt en hoe meer energie de lamp verbruikt.
 

Slide 11 - Slide

de robot
(twee robots)

automaat die bediend wordt door een computerprogramma en op een mens lijkt.

De juf wil wel een robot hebben die haar huis schoonmaakt.

Slide 12 - Slide

de robotarm
(twee robotarmen)

  een machine die werkt als een menselijke arm

In fabrieken wordt vaak gebruik gemaakt van robotarmen.

Slide 13 - Slide

uitschakelen
(schakelde uit, heeft uitgeschakeld)

uitdoen, zodat iets niet
  meer werkt.

Ook het Nederlands Elftal kan worden uitgeschakeld. Zij doen dan niet meer mee.



Slide 14 - Slide

aan het werk
 
Thema 2, week 2
Les 9 en 10



Slide 15 - Slide