u1k Lezen §4 (dinsdag 14 mrt)

Welkom 1k
  • Ga zitten volgens de plattegrond.

  • Pak je boek (blz. 26) en schrift alvast voor je.



timer
3:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom 1k
  • Ga zitten volgens de plattegrond.

  • Pak je boek (blz. 26) en schrift alvast voor je.



timer
3:00

Slide 1 - Slide

1. De theorie van tekstdoelen en tekstsoorten herhalen.
2. Verder oefenen met de paragraaf.
3. Afspreken hoe we woordenschat gaan oefenen.
4. Gezamenlijk afronden.
In deze les gaan we

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

De lesdoelen
  • Aan het einde les weet je waaraan je tekstdoelen en tekstsoorten kunt herkennen.
  • Je hebt goefend met verschillende tekstdoelen en tekstsoorten.

Slide 4 - Slide

6.2

Slide 5 - Slide

§4 Tekstdoelen en tekstsoorten
Een schrijver van een tekst wil iets bereiken met zijn tekst. Hij heeft een tekstdoel. In totaal zijn er vijf tekstdoelen, wij leren er nu drie: informeren, instrueren en overtuigen

Bepaal wat het belangrijkste is wat de schrijver met de tekst wil bereiken. Zo kom je erachter met welke tekstsoort je te maken hebt. Lees je bijvoorbeeld een nieuwsbericht of een gebruiksaanwijzing?

Slide 6 - Slide

informeren
  • Een schrijver die als doel informeren heeft, wil dat jij iets te weten komt. 
  • Denk aan tekstsoorten als nieuwsberichten, schoolboeken, verslagen van sportwedstrijden.
Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 7 - Slide

instrueren
  • Een schrijver die als doel instrueren heeft, wil dat jij leert hoe je iets moet doen.
  • Denk aan tekstsoorten als gebruiksaanwijzingen, recepten, spelregels, routebeschrijvingen.
Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 8 - Slide

overtuigen
  • Een schrijver die als doel overtuigen heeft, wil dat jij zijn mening overneemt.
  • Denk aan tekstsoorten als besprekingen (recensies) van een boek of film.
Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 9 - Slide

Wat
Paragraaf 4, opdracht 3 (blz. 27).
Hoe
Alleen of in tweetallen (degene die naast je zit).
Hulp
Overleg eerst fluisterend. Weet je het nog niet? Dan kom ik vanzelf langs.
Tijd
Vijf minuten 


Klaar?
Lees alvast de vragen van opdracht 4.
Aan de slag
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Paragraaf 4
Opdracht 4
blz. 28

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat
Zoek voor elk tekstdoel één tekstsoort.
Noteer hierbij waaraan je het tekstdoel herkent.
Hoe
Alleen of in tweetallen (degene die naast je zit).
Hulp
Overleg eerst fluisterend. Weet je het nog niet? Dan kom ik vanzelf langs.
Tijd
Tien minuten 


Klaar
Maak een samenvatting van paragraaf 3 en 4.
Aan de slag
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Welke tekstdoelen ben je vandaag allemaal tegengekomen?

Slide 14 - Open question

Wat is (vaak) het tekstdoel van een gebruiksaanwijzing?

A
informeren
B
overtuigen
C
instrueren

Slide 15 - Quiz

Aan welke tekstsoort kun je het tekstdoel 'informeren' herkennen?



A
een nieuwsbericht
B
een recensie van een film
C
een recept
D
een gebruiksaanwijzing

Slide 16 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een routebeschrijving? Informeren, instrueren of overtuigen? Leg uit waarom.

Slide 17 - Open question

De lesdoelen
  • Aan het einde les weet je waaraan je tekstdoelen en tekstsoorten kunt herkennen.
  • Je hebt goefend met verschillende tekstdoelen en tekstsoorten.

Slide 18 - Slide

Einde van deze les!
Als het goed is weet je nu: 
  • Welke drie tekstdoelen er zijn.
  • Het verschil tussen informerende, instruerende en overtuigende teksten.
  • Welke tekstsoorten bij welke tekstdoelen horen.

Slide 19 - Slide