Tien tijdvakken

Gouden weken: startklaar!
  • Stop je telefoon direct in de telefoonzak;
  • Hang je jas over je stoel en leg je pet op tafel;
  • Leg je boeken, je schrift en een pen op tafel;
  • Laat je huiswerk zien.

Dit heb je elke les bij je: boeken, schrift en pen.
1 / 37
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Gouden weken: startklaar!
  • Stop je telefoon direct in de telefoonzak;
  • Hang je jas over je stoel en leg je pet op tafel;
  • Leg je boeken, je schrift en een pen op tafel;
  • Laat je huiswerk zien.

Dit heb je elke les bij je: boeken, schrift en pen.

Slide 1 - Slide



Tien Tijdvakken

Slide 2 - Slide

Doelen
  • Opfrissen tien tijdvakken
  • Terugblik op tweede klas
  • Uitleggen wat het nut van geschiedenis is

Slide 3 - Slide

Tien tijdvakken

Slide 4 - Slide

Chronologie
Wat is eerst gebeurd? Wat daarna? en wat weer daarna? 
Baby Hitler
Tweede wereldoorlog
Bevrijding Nederland

Slide 5 - Slide

De vijf perioden
  1. Prehistorie ( tot 3000 v Chr.)
  2. Oudheid ( 3000 v Chr tot 500 )
  3. Middeleeuwen ( 500 tot 1500)
  4. Vroegmoderne tijd (1500 tot 1800)
  5. Moderne tijd (1800 tot nu)

Slide 6 - Slide

    Samenleving van jagers en verzamelaars 

Slide 7 - Slide

Landbouwsamenleving

Slide 8 - Slide

Landbouw-stedelijke samenleving

Slide 9 - Slide

Industriële samenleving

Slide 10 - Slide

Informatiesamenleving

Slide 11 - Slide

Eeuwen
  • Periode van 100 jaar

  • Eerste eeuw begint met het jaar 1 en eindigt met het jaar 100. LET OP: het jaar 0 bestaat niet

  • De tweede eeuw begint met het jaar 101 en eindigt met het jaar 200. Enz.

Slide 12 - Slide

0

Slide 13 - Video

Christelijke jaartelling
  • Begint bij het jaar 1 (let op: het jaar 0 bestaat niet!)  AD:  Anno Domini ( In het jaar des Heren)

  • Geboorte van Christus

  • Meest gebruikte jaartelling

  • Maar...de geschiedenis begint natuurlijk niet pas bij het jaar 1!

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

De tien tijdvakken!

Slide 19 - Slide

De tien tijdvakken
  • Bedacht voor het onderwijs

  • Beginnen allemaal met: "De tijd van..."

  • Zijn niet allemaal even lang: sommige zijn meer dan 1000 jaar, andere maar 50 jaar.

  • Er is gekeken naar kenmerken: "Waaraan kun je ze herkennen?

Slide 20 - Slide




Tien Tijdvakken Quiz

Slide 21 - Slide

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

299 v. Chr.
A
2e eeuw v. Chr
B
2e eeuw n. Chr.
C
3e eeuw v. Chr.
D
3 eeuw n. Chr.

Slide 22 - Quiz

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

1612
A
16e eeuw v. Chr
B
16e eeuw n. Chr.
C
17e eeuw v. Chr.
D
17e eeuw n. Chr.

Slide 23 - Quiz

Spelen de volgende perioden zich vóór of ná Christus af? Sleep ze naar de juiste plek.
Na Christus
Vóór Christus
1939-1945
212-200
100-44
1914-1918
492-379
1000-1500

Slide 24 - Drag question

Over welk onderwerp zal dit tijdvak gaan?
A
De Middeleeuwen
B
De Wereldoorlogen
C
De steentijd
D
De Romeinen

Slide 25 - Quiz

Over welke periode zal dit tijdvak gaan?
A
1600-1700
B
1800-1900
C
1900-1950
D
1950-nu

Slide 26 - Quiz

1500 
v. Chr.
1000 
v. Chr.
500 
v. Chr.
1
500
1000
1500
2000
2050
Sleep de iconen naar de juiste plek in de tijdlijn.

Slide 27 - Drag question

Wat is GEEN kenmerk van een samenleving van jagers en verzamelaars?
A
Geen vaste woonplaats
B
Leefden van de jacht
C
Veel verschillende beroepen
D
Leefden van het verzamelen van voedsel

Slide 28 - Quiz

Wanneer eindigt de prehistorie?
A
Als mensen in steden gaan wonen
B
Met de uitvinding van het schrift
C
Met het uitsterven van de dinosauriërs
D
Met de komst van de landbouw

Slide 29 - Quiz

Welke grote godsdienst ontstond in de middeleeuwen?
A
Het Hindoeïsme
B
Het jodendom
C
Het christendom
D
De islam

Slide 30 - Quiz

Wie was geen ontdekkingsreiziger?
A
Willem Barendsz
B
Christoffel Columbus
C
Johan de Witt
D
Vasco de Gama

Slide 31 - Quiz

Wie was de leider van de opstandige republiek der Zeven Verenigde Nederlanden?
A
Filips II
B
Willem van Oranje
C
koning Willem I
D
Karel V

Slide 32 - Quiz

Waarmee werd de VOC rijk?
A
De piraterij
B
De handel in slaven
C
De handel in Azië
D
De handel in Amerika

Slide 33 - Quiz

Wie is deze koning?
A
Jaume I
B
Karel V
C
Filips II
D
Lodewijk XIV

Slide 34 - Quiz

Het nut van geschiedenis
Neem blz. 6-7  van je tekstboek voor je.

Opdracht: lees bron 2 en 3 (blz. 7).
Schrijf op in je schrift
  • of er nu zo over vluchtelingen wordt gedacht, en
  • geef bij elke bron een modern voorbeeld. 

Slide 35 - Slide

Het nut van geschiedenis
Lees Geschiedenis: nuttig? (blz. 7)

Opdracht
In duo's.
  • Kies samen twee antwoorden uit, en
  • leg per antwoord uit of jullie geschiedenis nuttig vinden.

Slide 36 - Slide

Afsluiting
  • Opfrissen tien tijdvakken
  • Terugblik op tweede klas
  • Uitleggen wat het nut van geschiedenis is

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 37 - Slide