Martinus werd erg
geliefd bij de armen en kreeg veel volgelingen. Toen er een nieuwe
bisschop werd gezocht in de stad Tours, wilden zijn
volgelingen dat Martinus bisschop zou worden. Als je bisschop bent, ben je een
belangrijk persoon in de
Rooms Katholieke Kerk. Maar andere bisschoppen wilden Martinus
niet als bisschop, want hij had niet zo’n goede naam bij hen. Martinus was meestal
slordig gekleed en het verhaal gaat dat hij zich niet altijd goed
waste en een hekel had aan
tanden poetsen.
Martinus zelf had geen zin om bisschop te worden. Hij wilde liever reizen om mensen te vertellen over Jezus Christus. Hij wilde dat de mensen ook christen werden. Maar zijn volgelingen hielden vol. Toen ze hem naar de bisschopskerk in Tours wilden brengen, vluchtte Martinus. Om aan zijn aanhangers te ontkomen, verstopte hij zich in een ganzenhok. Dat was een domme zet, want ganzen maken heel veel lawaai als er een vreemde in hun hok is. Martinus werd dan ook al gauw gevonden. En zo kon hij niet meer onder zijn wijding als bisschop van Tours uit. Daarom wordt Sint Maarten vaak afgebeeld met een gans.
Martinus sterft op 8 november in het jaar 397 na Christus. Martinus is de beschermheilige van Frankrijk en Hongarije, maar ook van Utrecht, Bolsward, de stad Groningen, Salzburg (Oostenrijk) en Genk (België).