les 14 - Grammatica §1 persoonsvorm en zinsdelen

Les 14 - Grammatica §1 persoonsvorm en zinsdelen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 14 - Grammatica §1 persoonsvorm en zinsdelen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hallo 1vhtb
Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en je leesboek
timer
10:00
Wat ga je doen vandaag?
  • 10 minuten lezen
  • Korte uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

LESDOELEN:

Ik kan/weet...

- de persoonsvorm van een zin vinden
- zinnen in zinsdelen verdelen
- getal (enkelvoud/meervoud en tijd (tegenwoordige tijd en verleden tijd) van werkwoorden herkennen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over de persoonsvorm?



1 minuut
Alleen en in stilte
Opschrijven in je schrift
timer
1:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over zinsdelen?

1 minuut
Alleen en in stilte
Opschrijven in je schrift
timer
1:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Theorie
Persoonsvorm en zinsdelen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Persoonsvorm (PV)
Een persoonsvorm is een werkwoord en geeft het getal en de tijd aan in de zin (tegenwoordige tijd/ verleden tijd) en of het onderwerp meervoud of enkelvoud is.
Hoe kan je de PV vinden?
  • Vraagzin
  • Andere tijd
  • Getal (meervoud/enkelvoud)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Persoonsvorm (PV)
- Vraagzin
- Andere tijd
- Getal (meervoud/enkelvoud)

  • Josefien wil zaterdag graag winkelen. 
  • Wil Josefien zaterdag graag winkelen?
  • Josefien wilde zaterdag graag winkelen.
  • Josefien en Mathilde willen graag winkelen.

  • Vraagzin
  • Andere tijd

  • Getal (meervoud/enkelvoud)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Zinsdelen
  • Een zin bestaat uit zinsdelen.
  • Een zinsdeel kan bestaan uit één woord, maar ook uit een paar woorden die bij elkaar horen.
  • De woorden in een zinsdeel kunnen niet uit elkaar gehaald worden als je de volgorde in een zin verandert.
  • Zinsdelen hebben een betekenis (een functie) binnen een zin.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Zoek de zinsdelen
Tussen zinsdelen zet je deze streepjes: |

Stap 1: zoek de persoonsvorm.

Probeer maar:
  • De dokter heeft aan de patiënt een pijnlijke prik gegeven.
  • De dokter heeft aan de patiënt een pijnlijke prik gegeven.

Slide 10 - Slide

Wijs iemand aan
Zoek de zinsdelen

Stap 2: zoek de rest van de werkwoorden


Probeer maar:
  • De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik gegeven.
  • De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik |gegeven.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Zoek de zinsdelen
Stap 3: welke woorden kunnen voor de persoonsvorm staan? Verander de volgorde van de zin.

De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik | gegeven

Slide 12 - Slide

Na deze slide zijn twee routes mogelijk:

1. naar het online schoolbord (link in volgende dia), en hier meeschrijven met de antwoorden van de leerlingen.

2. De leerlingen laten vertellen en met de dia's 14-16 nog eens kort uitleggen en illustreren hoe het werkt.
Zoek de zinsdelen

  • De dokter | heeft| aan de patiënt een pijnlijke prik | gegeven
  • Aan de patiënt | heeft | de dokter een pijnlijke prik | gegeven
  • Een pijnlijke prik | heeft | de dokter aan de patiënt | gegeven

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Zoek de zinsdelen

De dokter | heeft | aan de patiënt | een pijnlijke prik | gegeven


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Zoek de zinsdelen
  • Stap 1: zoek de persoonsvorm.

  • Stap 2: zoek de rest van het werkwoordelijk gezegde. Het volledige wwg is één zinsdeel

  • Stap 3: verander de volgorde binnen de zin. Alles dat voor de persoonsvorm staat of kan staan, is een zinsdeel.


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Oefenen: neem de zin over, onderstreep pv + zet de zin in zinsdelen

1. De wandelaar kan in het bos reeën zien.

2. De vogelaars konden in het bos een specht horen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

pv samengevat
  • De pv is de werkwoordsvorm die verandert. 
  • Er zijn drie manieren om de pv te vinden. 
  1. Tijdproef
    Ik heb Monopoly gespeeld. 
    Ik had Monopoly gespeeld. 
  2. Getalproef
    Ik heb Monopoly gespeeld. 
    Wij hebben Monopoly gespeeld. 

  3. Ja/Nee-vraag
    Heb ik Monopoly gespeeld? 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

zinsdelen samengevat
1. Zoek de pv
2. Alles wat voor de pv staat, is één zinsdeel
3. Alles wat voor de pv kan staan, is één zinsdeel

Gisteren fietste Bianca naar school
  • Gisteren fietste Bianca naar school.
  • Gisteren|fietste|Bianca naar school.
  • Gisteren| fietste|Bianca|naar school

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Zelf oefenen
Cursus 5 - Grammatica §1 persoonsvorm en zinsdelen
Wat: Maak opdr. 1 t/m 4 (blz. 205)
Hoe:  Zelfstandig in je schrift.
Hulp: Theorie uit je boek, docent.
Tijd: 15 min.
Uitkomst: Geoefend met persoonsvorm (PV) en zinsdelen.
Klaar?
Lezen in je leesboek of ander huiswerk
timer
15:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

LESDOELEN:

Ik kan/weet...

- de persoonsvorm van een zin vinden
- zinnen in zinsdelen verdelen
- getal (enkelvoud/meervoud en tijd (tegenwoordige tijd en verleden tijd) van werkwoorden herkennen.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Fijne dag!
Ruim rustig op en blijf rustig zitten tot de bel gaat.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions