Geld

Geldrekenen
1 / 58
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsBasisschoolGroep 4

This lesson contains 58 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Geldrekenen

Slide 1 - Slide

€10,20
€3,00
€1,35
€15,00
€7,15
€6,45
€2,50
€11,85
€1,50
€120,00

Slide 2 - Drag question


Slide 3 - Open question


Slide 4 - Open question


Slide 5 - Open question


Slide 6 - Open question


Slide 7 - Open question


Slide 8 - Open question


Slide 9 - Open question


Slide 10 - Open question


Slide 11 - Open question


Slide 12 - Open question

Betaal gepast

50 cent
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

Betaal gepast

€10
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Betaal gepast

10 cent
A
B
C
D

Slide 15 - Quiz

Betaal gepast

20 cent
A
B
C
D

Slide 16 - Quiz

Betaal gepast

2 cent
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

Betaal gepast

€1
A
B
C
D

Slide 18 - Quiz

Betaal gepast

1 cent
A
B
C
D

Slide 19 - Quiz

Betaal gepast

€2
A
B
C
D

Slide 20 - Quiz

Betaal gepast

10 cent
A
B
C
D

Slide 21 - Quiz

Betaal gepast

5 cent
A
B
C
D

Slide 22 - Quiz

euro
cent

Slide 23 - Drag question

10 cent
10 euro

Slide 24 - Drag question

Betaal gepast

€5
A
B
C
D

Slide 25 - Quiz

Betaal gepast

€10
A
B
C
D

Slide 26 - Quiz

Betaal gepast

€2
A
B
C
D

Slide 27 - Quiz

Betaal gepast

€1
A
B
C
D

Slide 28 - Quiz

Betaal gepast

€2
A
B
C
D

Slide 29 - Quiz

Betaal gepast

€20
A
B
C
D

Slide 30 - Quiz

Betaal gepast

€5
A
B
C
D

Slide 31 - Quiz

1 euro
2 euro

Slide 32 - Drag question

5 euro
10 euro

Slide 33 - Drag question

Slide 34 - Slide

Hoeveel cent is 1 euro?

Slide 35 - Open question

Hoeveel cent zie je ?

Slide 36 - Open question

Hoeveel cent zie je?

Slide 37 - Open question

Hoeveel cent zie je?

Slide 38 - Open question

Sleep 35 cent naar het spaarvarken. Gebruik zo min mogelijk munten.

Slide 39 - Drag question

Sleep 65 cent naar het spaarvarken. 
Gebruik zo min mogelijk munten.

Slide 40 - Drag question

Sleep 60 cent naar het spaarvarken. Gebruik zo min mogelijk munten.

Slide 41 - Drag question

Sleep 25 cent naar het spaarvarken. Gebruik zo min mogelijk munten.

Slide 42 - Drag question

Sleep 55 cent naar het spaarvarken. Gebruik zo min mogelijk munten.

Slide 43 - Drag question

Sleep 30 cent naar het spaarvarken. Gebruik zo min mogelijk munten.

Slide 44 - Drag question

Sleep 85 cent naar het spaarvarken. Gebruik zo min mogelijk munten.

Slide 45 - Drag question

Sleep 80 cent naar het spaarvarken. Gebruik zo min mogelijk munten.

Slide 46 - Drag question

€2,00 + €1,00 =

Slide 47 - Open question

€5,00 + €3,00 =

Slide 48 - Open question

€2,50 + €0,50 =

Slide 49 - Open question

€1,50 + €1,50 =

Slide 50 - Open question

€2,30 + €1,20 =

Slide 51 - Open question

€1,70 + €2,10 =

Slide 52 - Open question

€3,30 + €1,40 =

Slide 53 - Open question

€5,10 + €3,40 =

Slide 54 - Open question

€3,60 + €3,30 =

Slide 55 - Open question

€1,10 + €1,05 =

Slide 56 - Open question

Ik moet 8 euro 40 cent betalen. Ik betaal met een briefje van 10 euro. Hoeveel krijg ik terug van de winkelier?

Slide 57 - Open question

Stefanie moet voor haar mama naar de winkel. Ze heeft de volgende zaken nodig:
- Melk: €2
- Koekjes: €2
- Worst: €6
- Choco: €3
Stefanie krijgt van haar mama €20. Hoeveel gaat Stefanie terugkrijgen aan de kassa?

Slide 58 - Open question