Triolet schrijven

Lesoverzicht
- Wie is er wel en wie niet?
- Hoe gaat het met je?
- Verwachtingen
- Wat gaan we doen?
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1-3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lesoverzicht
- Wie is er wel en wie niet?
- Hoe gaat het met je?
- Verwachtingen
- Wat gaan we doen?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Verwachtingen
Tijdens de les:
- luister je naar de instructie. Je praat niet door de leerkracht heen.

- doe je actief mee.

- Je zorgt dat iedereen de toets rustig kan maken.

- Je hebt je spullen bij je.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen
- Voorlezen Vlucht 703

- Lezen uit het Pungelhuis hoofdstuk 22

- Een gedicht schrijven

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Triolet schrijven
Lesdoel: 
  • Ik leer een gedicht schrijven waarbij ik mijn zintuigen gebruik.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Zintuigenblad
Neem een mooi land in gedachten, 
Of
Denk terug aan de plek en een moment dat je daar was.

Slide 5 - Slide

Als docent vertel je een eigen ervaring over iets moois of dierbare plek.
Regel 1
Een korte zin die de plek beschrijft, 

zonder werkwoorden of personen te noemen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Regel 2
Een zin met IK erin. 

Wat doe je op deze plek?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Regel 3
Een zin met dingen die je ZIET

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Regel 4
Is dezelfde zin als regel 1, dus overschrijven.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Regel 5
Een zin met GELUIDEN of GEUREN

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Regel 6
Even niets dus open houden.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Regel 7
Dezelfde zin als 1 en 4, dus overschrijven.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Regel 8
Mag hetzelfde zijn als regel 2, 

maar je mag ook iets veranderen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Voorlezen
Schrijf je gedicht netjes op papier.

Lees je gedicht voor.


Mooi hé!

Slide 14 - Slide

Als docent vertel je een eigen ervaring over iets moois of dierbare plek.
Nabespreken
Kijk bij je buur naar het gedicht. 
En vertel wat je ervan vindt en waarom.

Slide 15 - Slide

Als docent vertel je een eigen ervaring over iets moois of dierbare plek.