BS 10.1: Het zenuwstelsel & BS 10.2: Zenuwcellen en zenuwen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

BS 10.1: Het zenuwstelsel & 

BS 10.2: Zenuwcellen en zenuwen

Planning

• Leerdoelen
• Uitleg BS 10.1 en 10.2
• Opdrachten maken
• Wat hebben we geleerd?

Leerdoelen

• Je kunt de delen en de functies van het zenuwstelsel noemen.
• Je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen.
  
• Je kunt drie typen zenuwcellen noemen met hun functies en kenmerken.
  
• Je kunt omschrijven wat een zenuw is en je kunt drie typen zenuwen noemen met hun kenmerken.

Uit welke 5 onderdelen bestaat ons zenuwstelsel?

Het zenuwstelsel

Waaruit bestaat ons zenuwstelsel?

Functie zenuwstelsel

Wat is de functie van het zenuwstelsel?

1.  verwerking van impulsen
   
2.  werking regelen van spieren en klieren
   

Prikkels zijn invloeden uit de omgeving op een organisme. Ken je voorbeelden?

Verschil prikkels en impulsen

Prikkels: invloed uit het milieu (omgeving) op een organisme

• Voorbeelden: licht, geluid, druk op de huid, hitte, kou
  

Impulsen: Elektrische signalen afkomstig van zintuigcellen

• Soort boodschap van een prikkel
  
• Deze worden door zenuwen naar de hersenen en spieren gestuurd
  

Waaruit bestaat een zenuwcel?

 1. Een cellichaam met celkern

 2. Uitlopers die impulsen naar het cellichaam toe geleiden

 3. Uitlopers die impulsen van het cellichaam af geleiden

3 typen zenuwcellen

Gevoelszenuwcellen: van zintuig naar centrale zenuwstelsel

• Cellichaam bij het centrale zenuwstelsel

Bewegingszenuwcellen: van centrale zenuwstelsel naar spieren/klieren

• Cellichaam in het centrale zenuwstelsel

Schakelcellen: tussen gevoels- en bewegingszenuwcellen in

• Gehele cel in centrale zenuwstelsel

Verschil tussen zenuw en zenuwcel

Zenuwcel = 1 cel met 1 cellichaam en uitlopers

Zenuw = bundel van uitlopers

• Omringd door een laag bindweefsel (bescherming)
  

3 typen zenuwen

Gevoelszenuwen = alléén uitlopers van gevoelszenuwcellen.

Bewegingszenuwen= alléén uitlopers van bewegingszenuwcellen.

Gemengde zenuwen = uitlopers van gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen.

Opdrachten maken

• BS 10.1: opdrachten 1, 2, 3, 5, 6
• BS 10.2: opdrachten 1, 2, 3, 5, 6, 7

Wat hebben we geleerd?

• Uit welke 5 onderdelen bestaat ons zenuwstelsel?
• Wat is het verschil tussen prikkels en impulsen?
• Welke 3 typen zenuwcellen hebben we en welke kant lopen de impulsen op?
• Welke 3 typen zenuwen hebben we en welke uitlopers bevatten die?