K6 - Grammatik - Verben auf -d/-t und Konsonant m/n - 2 vwo

Herzlich willkommen!
Sofort anmelden, bitte!

LessonUp.app
Buch auf den Schreibtisch legen, 
bitte!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herzlich willkommen!
Sofort anmelden, bitte!

LessonUp.app
Buch auf den Schreibtisch legen, 
bitte!

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?
1. Willkommen - Einstieg
2. Wochenaufgabe besprechen
3. Wiederholung und Erklärung
'Modalverben im Präteritum und Perfekt'
1. Willkommen - Einstieg
2. Rückschau Woche 6: Vokabeln W1
3. Vorschau Woche 7
4. Erklärung: 'Präsens und Perfekt Verben mit Stamm auf -d/-t und Konsonant + m/n'
5. An die Arbeit - Abschluss
Was machen wir heute?

Slide 2 - Slide

2. Rückschau - Woche 6:

1.  Vokabeln K6 ND: bis zu 
'paardrijden'
2. Vokabeln K6 DN: A


Slide 3 - Slide

Was passt zusammen? - Kombiniere.
Sport machen
ins Kino gehen
Schlagzeug spielen
Musik hören

Slide 4 - Drag question

Was ist KEIN das-Wort?
A
Schlagzeug
B
Klavier
C
Hobby
D
Gitarre

Slide 5 - Quiz

Welche Mehrzahlform (mv) wurde FALSCH geschrieben?
A
die Gitarren
B
die Städte
C
die Klavieren
D
die Hobbys

Slide 6 - Quiz

Was passt zusammen? (LL A: D-N)
kicken
der Gegner
wechseln
avontuurlijk
trainen
wisselen
de tegenstander
voetballen
de voetbalclub

Slide 7 - Drag question

3. Vorschau - Die Lernziele von Woche 7:

Slide 8 - Slide

4. Erklärung:
 
Lernziel 1:
Ik kan de werkwoorden met stam op -d/-t en stam op medeklinker + -m/-n
toepassen.

Slide 9 - Slide

Wiederholung: het PSV:
Was passt zusammen?
ich
du
er / es / sie
wir
ihr
sie / Sie
ik
jij
hij
wij
jullie
zij / u
het
zij

Slide 10 - Drag question

Wiederholung: zwakke werkwoord: Welke uitgang hoort bij welk persoonlijk voornaamwoord?
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
st
t
en
t
en
e

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Slide

Das Perfekt (voltooide tijd / VD):

Slide 13 - Slide

Ergänze die Verbform:

Mein Vater ...(öffnen)... das Fenster.
A
öffnet
B
öffnt
C
öffent

Slide 14 - Quiz

Ergänze die Verbform:
Warum hast du dich nicht bei mir
...(melden)...?
A
gemeld
B
gemeldet
C
gemeldt
D
gemelden

Slide 15 - Quiz

-------------------------------------------------------------------------
1
2
Wir ...(zeichnen)... einen Comic.
Peter ...(kaufen)... ein Eis.
zeichnen
zeichnet
zeichneen
kaufst
kaufet
kauft

Slide 16 - Drag question

Welk antwoord is op jou van toepassing?
A
Ik snap het nog niet (en heb nog uitleg nodig)
B
Ik begin het te snappen (en moet vooral veel gaan oefenen)
C
Ik snap het (en kan alleen aan de slag)
D
Ik snap het (en kan het anderen uitleggen

Slide 17 - Quiz

4. An die Arbeit:

Hausaufgaben für Mittwoch, den 2. März:

Machen: Übung 10, 11, 12

Lernen: - S. 26: LL ND: alles
                - S. 27: Grammatik: reden / antworten                               / öffnen


5. Abschluss:

Slide 18 - Slide