K1 SS7 Reading, Writing, Revision, SO

Welcome ZK1A
STARTKLAAR?
  • Ga op je plek zitten
  • Doe je jas uit
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Oortjes uit 
  • Boek en etui op tafel
  • Tas op de grond
1 / 49
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welcome ZK1A
STARTKLAAR?
  • Ga op je plek zitten
  • Doe je jas uit
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Oortjes uit 
  • Boek en etui op tafel
  • Tas op de grond

Slide 1 - Slide

PTO 2 - Week 3 - les 1
Today's mission:
  • Reading

Slide 2 - Slide

Reading
The New York Café

Do the activities on page 30/31/33

Use pen & paper!

Slide 3 - Slide

PTO 2 - Week 3 - les 2
Today's mission:
  • Grammar: Present Simple: Questions & Negations
  • Writing
  • Blooket: vocabulary

Slide 4 - Slide

Present Simple: Questions & Negations
  1. Ga naar Magister
  2. Ga naar Leermiddelen
  3. Kies Stepping Stones
  4. Kies links 'chapter 2'
  5. Kies rechts 'slim stampen'
  6. Kies 'grammar'  

Slide 5 - Slide

Present Simple: writing
Je gaat zo in het Engels een gewone zin schrijven. Let goed op de voorwaarden:
1. Gebruik minstens 5 woorden.
2. Gebruik de present simple.
3. Schrijf een (verzonnen) feit over jezelf.
4. Gebruik hoofdletters en punten.

Slide 6 - Slide

1. Gebruik minstens 5 woorden.
2. Gebruik de present simple.
3. Schrijf een (verzonnen) feit over jezelf.
4. Gebruik hoofdletters en punten.

Slide 7 - Open question

Present Simple: writing
Je gaat zo in het Engels een vraagzin schrijven. Let goed op de voorwaarden:
1. Gebruik minstens 5 woorden.
2. Gebruik de present simple.
3. Schrijf een (verzonnen) feit over jezelf.
4. Gebruik hoofdletters en punten.

Slide 8 - Slide

1. Gebruik minstens 5 woorden.
2. Gebruik de present simple.
3. Schrijf een vraagzin.
4. Gebruik hoofdletters en vraagteken.

Slide 9 - Open question

blooket
vocabulary A, B, C & D

Slide 10 - Slide

Homework
Study:
chapter 2 vocabulary A, B, C & D
Stones 4 & 5
Grammar 4 & 5

Slide 11 - Slide

PTO 2 - Week 3 - les 3
Today's mission:
  • Revision for SO

Slide 12 - Slide

Present simple 
  • feiten en gewoonten

Slide 13 - Slide

Present simple
He ..... (to eat)
A
eat
B
eats

Slide 14 - Quiz

Present simple
It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 15 - Quiz

Present simple
We often ........... (to complain) about school.
A
talk
B
talks

Slide 16 - Quiz

Bij he/she/it komt er een s achter het werkwoord. 
Dit noemen we de: SHIT-regel
She, He & IT krijgen een S achter het werkwoord

Slide 17 - Slide

Present simple uitzonderingen:
Eindigt het ww op -y, dan wordt deze vervangen 
door -ies.



Staat er voor de -y een a, e, i, o of u, dan voeg je alleen s toe.

to worry - she worries
to buy - she buys

Slide 18 - Slide

Present simple uitzonderingen:
Bij sommige werkwoorden voeg je es toe.
- woorden op -o
- woorden op een s-klank

to go - he goes
to watch - she watches

Slide 19 - Slide

(to love) present simple
She ..... English.

Slide 20 - Open question

(to cry) present simple
The baby ..... a lot.

Slide 21 - Open question

(to watch) present simple
She ..... a scary film every Saturday.

Slide 22 - Open question

The Present Simple
Questions in the Present Simple





She is very beautiful.  wordt  Is she very beautiful?




Het werkwoord 'to be' is bijzonder. 
Als de persoonsvorm am, is, or are, is, wisselt het van plaats met het onderwerp.

Slide 23 - Slide

Make a question:
We are happy.

Slide 24 - Open question

Make a question:
She is fifteen years old.

Slide 25 - Open question

The Present Simple
Questions in the Present Simple





They can make  bread.  wordt  Can they make bread?




Ook als de persoonsvorm can is, wisselt het van plaats met het onderwerp.

Slide 26 - Slide

Make a question:
The kitten is cute.

Slide 27 - Open question

The Present Simple
Questions in the Present Simple



               I like ice cream.     wordt      Do I like ice cream?





             Bob plays football.   wordt   Does Bob play football?


Om een vraagzin te maken, zet je het werkwoord 'do' vooraan in een zin.
Als het onderwerp he/she/it is, gebruik je 'does'. Kijk naar wat er gebeurt met de -s van de persoonsvorm!

Slide 28 - Slide

Make a question:
She studies hard.

Slide 29 - Open question

Make a question:
The cats play.

Slide 30 - Open question

Make a question:
My mum likes tea.

Slide 31 - Open question

What do you know about negations in the present simple?

Slide 32 - Mind map

Negations



Slide 33 - Slide

Make a negation:
We are at school.

Slide 34 - Open question

Make a negation:
My dog is deaf.

Slide 35 - Open question

Make a negation:
She can run fast.

Slide 36 - Open question

Negations



Slide 37 - Slide

Negations



Slide 38 - Slide

Make a negation:
The sun shines.

Slide 39 - Open question

Make a negation:
Monkeys like bananas.

Slide 40 - Open question

Do you know all the grammar for your test?

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Homework
Study:
chapter 2 vocabulary A, B, C & D
Stones 4 & 5
Grammar 4 & 5

Slide 43 - Slide

PTO 2 - Week 3 - les 4
Today's mission:
  • SO
  • Uitleg PO: Speaking

Slide 44 - Slide

SO1 - PTO2

  • Log in bij Magister
  • Ga naar de ELO
  • Ga naar 'bronnen'
  • Ga naar 'kennisnet'
  • Klik op RTTI
  • Klik op 'open testfox'

Slide 45 - Slide

Klaar met het SO?

Werk verder in Numo Engels

Slide 46 - Slide

PO: Speaking
- info op Teams
- vlog
- rubric

Slide 48 - Slide

Homework
Enjoy your weekend!

Slide 49 - Slide