§2.3 Sources: Mobilty part I + II

Chapter 2: The netherlands in 2050
§2.3 Sources: Mobility in 2050
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Chapter 2: The netherlands in 2050
§2.3 Sources: Mobility in 2050

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning today
- Section 2.3: Mobility in 2050
- Mobility
- Faster from A to B with public transport

- Work on assignments 2.3


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Goals
  1. What is mobility?
  2. What are reasons for people to travel?
  3. Why is it necessary to improve public transport for 2050? And how will we do that?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

3

Slide 4 - Video

This item has no instructions

01:42
Where are these people going?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

01:29
What do you see?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

01:54
How do we call these people?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Why do people move from a location to another?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Movement of people
- People move to work (commuters)
- For recreation (vacation, daytrips)
- For buisiness traffic

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Faster from A to B with public transport
Faster and more sustainable travel, better public transport (public transport) is needed.

Examples of improved public transport:
  • RandstadRail: transports many commuters quickly and frequently between Rotterdam and The Hague
  • Water buses
  • Subway
Often computer controlled!


Slide 11 - Slide

Randstadrail en metro om de 2/3 minuten
waterbus ook ontzettend vaak. Je hoeft niet lang te wachten, de reizigers, vaak forenzen verdeelt zij goed, dus het daarom niet super druk. en je kunt super snel van A naar B, vaak veel sneller dan de auto. ook zijn ze vaak computer gestuurd waar door ze twee keer zoveel mensen kunnen meenemen dan een metro die door een persoon wordt bestuurd. 
De drukte op de wegen in de steden wordt hierdoor ook minder omdat je niet meer met de auto hoeft

Get to work
What: Assignments 2.3 1 up to and including 8

How: In silence to the end of the lesson

Finished:? Continue with reading section 2.4

When: Finished on Wednesday 16th october

2.2 finished on 9th october!



Slide 12 - Slide

This item has no instructions

What is mobility?
Mobility: Movement of people and goods using a mode of transport.




 



Slide 13 - Slide

Hoe hoger de welvaart in een land, hoe meer bewegingen van personen en goederen. Mensen hebben geld om bijvoorbeeld een auto te kopen en er is vraag naar goederen.

Auto grootste aandeel in de model split. vaak zie je dat er maar 1 persoon in de auto zit, terwijl er wel 4 in kunnen. Zonde! je kunt beter gaan carpoolen.

Fiets in NL ook een groot aandeel maar dat is geen wonder, Nederlands fietsen heel veel.

Reden zijn voor verplaatsing:
woon-werkverkeer(Forensen)
recreatieverkeer
zakelijk verkeer 
What are future problems in 2050 around mobility?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Is more asphalt the best way for less traffic jams?
A
Yes
B
No

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

How long do you think an average Dutch person travels from home to work in minutes?
070

Slide 17 - Poll

This item has no instructions

Less traveling
On average, a Dutch person travels 42 minutes to work.


But we don't get to work faster. This is because we have moved further away from work. (sub-urbanization)

More asphalt and longer trains will not help and is expensive!

Highway costs 1000 euros per centimeter.


Slide 18 - Slide

Gemiddeld reist een Nederlander 42 minuten naar zijn werk.
Het OV en de wegen zijn nog nooit zo goed geweest. Maar we zijn niet sneller op ons werk of thuis. Dit komt omdat we verder van ons werk zijn gaan wonen (suburbanisatie) in de toekomst zal het aantal reizigers alleen maar toenemen, meer asfalt en langere treinen zullen niet helpen en is duur! een snelweg kost 1000 euro per centimeter om aan te leggen


Less traveling
Reducing mobility by building houses, work, schools close to each other:
  • saves travel time
  • cheaper
  • more sustainable


Densification/compact city policy is an example of this.

Slide 19 - Slide

Mobiliteit zal afnemen door wonen, werken, en scholen dichtbij elkaar te zetten. bijvoorbeeld door verdichting van de stad en uiteraard verbeterde OV.

Dit scheelt reistijd, omdat je minder lang onderweg bent. Goedkoper omdat je bijvoorbeeld geen auto hoeft te kopen/onderhouden. en duurzamer omdat je met de fiets kan en of het OV.
Another solution:
Sharing = caring
Cheap, fast, sustainable alternative to the car.
(electric) shared cars, scooters or bicycles.

Only costs are maintainance! 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

How long does it take you from home to the city center of Utrecht?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Transportscarcity
When a lack of transport options prevents people from participating in everyday activitites.


How is that possible?
  • It's too expensive or there is no public transport available 
Solution

Slide 22 - Slide

Risico op vervoersarmoede buiten de steden.  lastig om ov beschikbaar en betaalbaar te houden.  in gebieden met afnemende, vergrijzende en soms kwetsbare bevolking.  oplossing: taxibussen met aanpasbare routes

Slide 23 - Video

This item has no instructions

In which province will there be more transportscarcity?
A
Zeeland
B
Utrecht
C
Zuid-Holland
D
Drenthe

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Work, work, work
Section 1.3
Do assignments > homework for next week on Thursday

Didn't finish 1.2? -> will check next week! (was homework for today)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions