H4 W12

1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 22 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Zeit zum Lesen (10 Min.)

Slide 3 - Slide

Programm
  • Lesen (10 Min.)
  • Vokabeln K3 L6 (5 Min.)
  • Vokabeln K3 L7 besprechen (10 Min.)
  • FYG (15 Min.)
Ziele
B1 Ich kann die Hauptinhalte von Fernsehsendungen zu vertrauten Themen erfassen, wenn sie relativ langsam und klar präsentiert werden.

Nach dem Unterricht kann ich den Adjektiv verwenden




Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Nächstes Mal...
  • Lesen
  • Jojo
  • Imperativ
  • Prüfung besprechen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Zeit zum Lesen (10 Min.)

Slide 8 - Slide

Programm
  • Lesen (10 Min.)
  • Jojo (5 Min.)
  • Leestraining (30 Min.)
Ziele
B1 Ich kann die Hauptinhalte von Fernsehsendungen zu vertrauten Themen erfassen, wenn sie relativ langsam und klar präsentiert werden.

Kann ich de Adverbien und Konjunktionen richtig verwenden.


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

wanneer
  • wann --> als het om tijd gaat
  • wenn --> als het om een voorwaarde gaat 

Slide 11 - Slide

Toen
  • als --> op een specifiek moment
  • damals --> in de betekenis van "vroeger" 

Slide 12 - Slide

Of
  • oder --> een keuze uit twee of meer alternatieven.
  • ob --> geen keuze uit twee of meer alternatieven
  • entweder ... oder --> het een of het ander 

Slide 13 - Slide

omdat, want
omdat = weil (onderschikkend)
want = denn (nevenschikkend) 

Slide 14 - Slide

dat
  • das = het --> als lidwoord (onzijdig)
  • das = dat --> als betrekkelijk voornaamwoord; het slaat terug op een onzijdig zelfstandig naamwoord. 
  • dass = dat --> voegwoord (slaat niet terug op een zelfstandig naamwoord) 

Slide 15 - Slide

maar
      maar
  • aber --> bij een  tegenstelling
  • sondern --> bij een tegenstelling na een ontkenning
  • nur --> in de betekenis van 'slechts'
    niet alleen ... maar ook
  • nicht nur ... sondern auch --> bij een toevoeging

Slide 16 - Slide

dan
  • dann --> daarna, dan, in dat geval (voorwaarde, volgorde verwijzing naar tijd, kan beklemtoond worden) 
  • denn --> dan toch (altijd zonder klemtoon)

Slide 17 - Slide

Aufgabe 55
S. 137

Slide 18 - Slide

Zeit zum Lesen (10 Min.)

Slide 19 - Slide

Programm
  • Leestraining (25 Min.)
  • FYG (20 Min.)
Ziele
B1 Ich kann die Hauptinhalte von Fernsehsendungen zu vertrauten Themen erfassen, wenn sie relativ langsam und klar präsentiert werden.

Ich kann den Imperativ in einem Gespräch verwenden.

Slide 20 - Slide

Zeit zum Lesen (10 Min.)

Slide 21 - Slide

Programm
  • Jojo (5 Min.)
  • Leesvaardigheidtraining (20 Min.)
  • FYG (20 Min.)
Ziele
Nach dieser Woche beherrsche ich die Basis-Grammatik der deutschen Sprache um die Prüfung der Prüfungswoche zu bestehen.

Slide 22 - Slide