What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Woordenschat NN H4 BBL
Wat betekent: beschermen?
A
ervoor zorgen dat iets of iemand veilig is
B
gevaar lopen
C
veiligheid
D
opvallende kleding dragen
1 / 19
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat betekent: beschermen?
A
ervoor zorgen dat iets of iemand veilig is
B
gevaar lopen
C
veiligheid
D
opvallende kleding dragen
Slide 1 - Quiz
Wat betekent: uiterlijk?
A
hoe je je voelt
B
hoe je van de binnenkant bent
C
hoe iemand of iets eruit ziet
D
naar buiten gaan
Slide 2 - Quiz
Wat betekent: uitsterven?
A
doodgaan
B
buiten sterven
C
een uitvaart hebben
D
verdwijnen, niet meer bestaan
Slide 3 - Quiz
Wat betekent: aantrekkelijk?
A
aantrekkingskracht
B
kleding aantrekken
C
mooi
D
lelijk
Slide 4 - Quiz
Wat betekent: bezit?
A
ergens op zitten
B
heeft
C
ergens mee bezig zijn
D
kan
Slide 5 - Quiz
Wat betekent: hinderlijk?
A
vervelend, lastig
B
je vindt het oke
C
raar
D
het mag niet
Slide 6 - Quiz
Wat betekent: dient?
A
dienblad
B
geld verdienen
C
eten en drinken rondbrengen
D
is bedoeld
Slide 7 - Quiz
Wat betekent: indruk maken op?
A
zorgen dat iemand je leuk en interessant vindt
B
zorgen dat iemand je met rust laat
C
make up op je gezicht doen
D
ergens voor gebruiken
Slide 8 - Quiz
Wat betekent: daalt?
A
valt naar beneden
B
gaat naar boven
C
ergens van balen
D
wordt minder
Slide 9 - Quiz
Wat betekent: vandaar?
A
je hebt gelijk
B
waar
C
daarom, om die reden
D
omdat
Slide 10 - Quiz
Wat betekent: hoewel?
A
ook al
B
ook vaak
C
ook niet
D
ook misschien
Slide 11 - Quiz
Wat betekent: terechtkomt?
A
het gaat goed met hem
B
toevallig ergens komt
C
het gaat slecht met hem
D
ergens aankomen
Slide 12 - Quiz
Wat betekent: je inzetten?
A
iets in de kast zetten
B
ergens niet je best voor doen
C
geld inleggen
D
je best doen
Slide 13 - Quiz
Wat betekent: ogen tekort komen?
A
een afwijking hebben aan je ogen
B
heel veel interessante of leuke dingen tegelijk zien
C
geld tekort hebben
D
slapen
Slide 14 - Quiz
Wat betekent: een oogje in het zeil houden?
A
op iets of iemand letten om te kijken of het goed gaat
B
je ogen dichthebben
C
een doek van een tent opzetten
D
het zeil van een boot zien
Slide 15 - Quiz
Wat betekent: met het blote oog?
A
een oog zonder wimpers
B
met bril
C
een oog na de operatie
D
zonder bril of andere hulpmiddelen
Slide 16 - Quiz
Wat betekent: iemand uit het oog verliezen?
A
iets kwijt zijn
B
iemand niet meer zien of spreken en niet meer weten hoe het gaat
C
iets gevonden hebben
D
je oog kwijtraken
Slide 17 - Quiz
Wat betekent: iemand onder vier ogen spreken?
A
met zijn vieren praten
B
een gesprek tussen meerdere mensen
C
met iemand praten zonder dat er anderen bij zijn
D
een afspraak maken
Slide 18 - Quiz
Wat betekent: je ogen goed de kost geven?
A
een nieuwe bril aanschaffen
B
heel goed rondkijken
C
je ogen laten controleren
D
iets moois zien
Slide 19 - Quiz
More lessons like this
Nederlands - Woordenschat H4 - B2B
February 2021
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
2BC 29032020
March 2021
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
D1BTh5 B4 Zien - lln
April 2019
- Lesson with
21 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
D1BTh5 B4 Zien - oefenen
April 2019
- Lesson with
20 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
Van Gogh met het blote oog
September 2022
- Lesson with
21 slides
by
Van Gogh Museum
Science
Kunstzinnige oriëntatie
+2
Basisschool
Groep 7,8
Van Gogh Museum
Diplomering
February 2022
- Lesson with
10 slides
VAK
MBO
Studiejaar 4
2BC 24032020
March 2021
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Diplomering
June 2022
- Lesson with
12 slides
VAK
MBO
Studiejaar 4