words 2.1, 2.2 en rangtelwoorden

words 2.1, 2.2 en rangtelwoorden
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

words 2.1, 2.2 en rangtelwoorden

Slide 1 - Slide

Vertaal naar het Nederlands:
I am lucky.

Slide 2 - Open question

Vertaal naar het Nederlands:
together

Slide 3 - Open question

Vertaal naar het Nederlands:
sweet

Slide 4 - Open question

Vertaal naar het Nederlands:
gig

Slide 5 - Open question

Vertaal naar het Nederlands:
take

Slide 6 - Open question

Vertaal naar het Nederlands:
after

Slide 7 - Open question

Vertaal naar het Nederlands:
use

Slide 8 - Open question

Vertaal naar het Nederlands:
leren

Slide 9 - Open question

Vertaal naar het Nederlands:
famous

Slide 10 - Open question

Vertaal naar het Engels:
way

Slide 11 - Open question

Vertaal naar het Engels:
voorbeeld

Slide 12 - Open question

Vertaal naar het Engels:
met de trein

Slide 13 - Open question

Vertaal naar het Engels:
's avonds

Slide 14 - Open question

Vertaal naar het Engels:
bedanken

Slide 15 - Open question

Vertaal naar het Engels:
menen

Slide 16 - Open question

Vertaal naar het Engels:
dus

Slide 17 - Open question

Vertaal:
derde

Slide 18 - Open question

Vertaal:
tweede

Slide 19 - Open question

Vertaal:
negende

Slide 20 - Open question

Vertaal:
zevenentwintigste

Slide 21 - Open question

Vertaal:
veertigste

Slide 22 - Open question

Vertaal:
eerste

Slide 23 - Open question

Vertaal:
achttiende

Slide 24 - Open question

Welke dagen ken
je in het Engels?

Slide 25 - Mind map

Welke maanden ken
je in het Engels?

Slide 26 - Mind map